“Artsen willen overlegmodel beschermen” (reacties op onze enquête)

Ten gronde blijkt uit de enquête vooral dat artsen het overlegmodel willen beschermen, reageren Jos Vanhoof (Bvas) en Liesbeth Brepoels (Kartel), die daarnaast elk eigen accenten leggen. Kathleen Depoorter (N-VA) wijst op een ongeziene vertrouwensbreuk bij de artsen, Irina De Knop (Open VLD) merkt dat artsen reageren tegen een maatregelencombinatie die hun vrijheid beknot. Opvallend is de grote actiebereidheid.

De essentiële vraag blijft of het overlegmodel nog standhoudt. Betreft het een dictaat van de minister of kan dialoog leiden tot overleg en een voor elke partij aanvaardbaar vergelijk, vraagt Jos Vanhoof (Bvas) zich af, samen met Liesbeth Brepoels. (ASGB/Kartel). Die laatste meent dat dit volgens u niét in de eerste plaats een supplementendossier is, maar een discussie over de bescherming van het overleg artsen-ziekenfondsen. “Dit systeem levert ons al 60 jaar gelukkige patiënten en artsen op. Dat willen we zo houden, dan hoeven artsen niet te vluchten naar het buitenland.”

Jos Vanhoof leidt merkt een grote actiebereidheid op als de minister niet openstaat om punctuele aanpassingen van deze kaderwet te overwegen en zelfs voorstellen volledig te verwijderen. Dr. Brepoels vindt die actiebereidheid hartverwarmend, “maar acties die de patiënt last berokkenen en schaden, moeten we zolang mogelijk proberen te vermijden. In overleg gaat het soms hard tegen hard, en wat u met uw massale steun duidelijk maakt, hebben wij ook letterlijk tegen de minister geformuleerd: dit wetsvoorstel is voor ons niet acceptabel in zijn huidige vorm.” 

“Dialoog alleen is niet voldoende”

Afgelopen donderdag hadden de artsensyndicaten een ontmoeting met minister Vandenbroucke, legt dr. Vanhoof uit. “Er is enige vooruitgang geboekt, maar zolang dat niet vertaald is in een wijziging van het voorontwerp van kaderwet is er niets bereikt. Aanhoren van de artsen, herhaaldelijk, en dan niets wijzigen is geen synoniem voor ‘overleg’. De teksten bijstellen inzake Rizivnummer, conventie/deconventie, en andere gevoeligheden is de enige manier om het artsenkorps gerust te stellen.”

Volgens dr. Brepoels gaf de minister intussen aan dat er met het nodige overleg ook aanpassingen kunnen komen. 

“Het belangrijkste is altijd praten en blijven praten, want net dat vormt het fundament van het overlegsysteem dat we willen beschermen.”

Hier klinkt dr. Vanhoof een stuk fermer: “De artsensyndicaten hebben de luide en duidelijke stem van de basis overgemaakt: zolang de kaderwet meer leest als een oorlogsverklaring tegen artsen eerder dan een tekst die de volksgezondheid dient, komt de rust niet terug.” Hij verwijst daarbij naar het feit dat 8 op de 10 artsen in de enquête vragen dat het voorstel (het voorontwerp kaderwet, red.) wordt teruggetrokken. 

Ter herinnering geeft dr. Vanhoof nog eens aan dat belangrijke punten ter discussie liggen zoals:

  • de partiële conventionering, 
  • eventuele premie en subsidiekoppeling aan conventionering, 
  • financiering van de syndicaten afhankelijk van de conventiegraad, 
  • de indexering van de honoraria afhankelijk van het bereiken van een conventie binnen een gelimiteerd tijdskader en ondermijning van het medico-sociaal overleg.

Daarnaast loopt de discussie over de plafonnering van de supplementen zonder zicht te hebben op toekomstige variabelen zoals de herijking van de nomenclatuur, de ziekenhuisfinanciering, de invoering van de pseudocodes en het herdefiniëren van criteria van het statuut van de patiënten met verhoogde tegemoetkoming.

Intussen zou uit een interne enquête bij Bvas-leden blijken dat zeven op de tien bereid is om actie te voeren, liet ondervoorzitter Blanckaert weten in De Tijd.

Welke impact op geleverde zorg?

Dr. Brepoels meent dat onze lezers ook aangeven dat de artsenvertegenwoordiging artsen via de syndicaten belangrijk is. “Dat had u de voorbije weken al gedaan door uw lidmaatschap te hernieuwen, maar wordt hier nog bevestigd.” Budgetproblemen komen er onvermijdelijk aan, “maar waar u zich samen met ons zorgen over maakt, is of we als artsen nog impact zullen hebben op welke zorg geleverd wordt.” 

Het meer uitgesproken standpunt van de Franstaligen in de enquête valt haar tot slot ook op. “Over het algemeen zijn Franstaligen gevoeliger voor de bescherming  van de grote onderliggende principes van een systeem, terwijl Nederlandstaligen typisch meer rechtlijnig naar resultaten van een systeem kijken. We vullen elkaar mooi aan.”

“Tijd voor dialoog en bijsturing”

Kathleen Depoorter (N-VA) baren de enquêteresultaten grote zorgen wegens een ongeziene vertrouwensbreuk bij de artsen. Dat bijna de helft van de bevraagde artsen in “niets” te overtuigen is om het huidige hervormingsproject te aanvaarden, wijst op een koers die volledig indruist tegen de geest van het regeerakkoord, dat net inzet op versterkte samenwerking en grotere conventiebereidheid.

“De voorgestelde kadertekst werd niet binnen de regering gevalideerd en wijkt af van gemaakte afspraken. Dat bijna acht op de tien artsen vragen om de tekst in te trekken en zelfs bereid zijn om te staken, toont hoe hoog de spanning is opgelopen.” De al opgesomde belangrijkste knelpunten “zijn bovendien precies de elementen waarvoor wij tijdens de regeringsonderhandelingen géén consensus hebben gegeven. En toch doken ze opnieuw op.”

“Het is volgens het N-VA-parlementslid niet realistisch – en zelfs gevaarlijk – om al maatregelen rond supplementen te nemen zonder eerst de nomenclatuur aan te passen. Zo dreigt uiteindelijk de patiënt het slachtoffer te worden, omdat toegang tot kwaliteitsvolle en innovatieve zorg onder druk komt.

Uiteraard staat Depoorter achter fraudebestrijding “maar ook hier is de manier waarop essentieel. Vandaag leeft er veel wantrouwen. Eenzijdige sancties zonder onafhankelijke procedure of mogelijkheid tot verdediging zijn onaanvaardbaar. Dat zes op de tien artsen deze aanpak afwijzen, zegt genoeg.”

“Als politica en lid van een partij die het vrije beroep en het ondernemerschap van artsen verdedigt, blijf ik vastberaden ijveren voor een wetgeving die gedragen wordt door de sector”, besluit ze.

Duidelijke doornen in het oog

Irina De Knop (Open VLD) is het hier grotendeels mee eens. “Het is erg goed dat er wordt geobjectiveerd dat een grote meerderheid van de artsen totaal niet akkoord gaat met de kaderwet die voorligt. Dit is bovendien gelinkt aan een combinatie van maatregelen die de vrijheid van artsen beknotten. In de eerste plaats de mogelijke dreiging van intrekking van het Rizivnummer (59%) maar ook de beperking van het recht om vrij honoraria vast te stellen (58%) zijn duidelijk doornen in het oog.”

“Deze kaderwet moet in de frigo tot men klaar is met een modernisering van de nomenclatuur en daaraan gekoppeld ook duidelijke maatregelen om de overbevraging en -consumptie aan te pakken. Ook dat vergt actie vanuit het beleid, en dan moet men bereid zijn om ook naar de huidige tarieven te kijken die deze overbevraging van de zorgverstrekkers in de hand werken. Het is cruciaal om de huisarts meer centraal te stellen in het gezondheidszorgsysteem. Dat in combinatie met een juiste tarifering die de overbevraging van de zorg afremt”, klinkt het nog.

> Hier vindt u de grafieken

Lees ook: 

> Kaderwet Vandenbroucke: acht op tien artsen stakingsbereid

> Geen versnipperde, polariserende maatregelen! (Willeke Dijkhoffz)

> Oppositie én meerderheid streng voor hervormingsplannen Vandenbroucke

“Artsen willen overlegmodel beschermen” (reacties op onze enquête)

Zijn huisartsen echt tevreden over kaderwet?

> Intussen telt een petitie tegen staatsgeneeskunde, vorige week gelanceerd door dr. Caroline Hermans, al meer dan 7.100 handtekeningen.

> Een gelijkaardige petitie van dr. Goossens die al eerder op het getouw werd gezet langs Franstalige kant en ook het ontslag van minister Vandenbroucke vroeg, overschreed de kaap van 8100 handtekeningen.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.