"Extramurale specialisten zijn uitgesloten van het stappenplan" (Dr. J. de Toeuf)

De regering heeft de doelstellingen van deze legislatuur vastgelegd. Een van de bouwstenen van de geplande constructie zal de een nieuw managementmodel voor de ziekteverzekering zijn. Een ander blok is de bevordering van de interprofessionele samenwerking door de versterking van de eerste lijn. Extramurale specialisten zijn uitgesloten van het stappenplan...
De eerste, versterkte lijn omvat alle ambulante gezondheidsberoepen: huisartsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, apothekers, logopedisten, tandartsen, enz. Extramurale specialisten zijn uitgesloten van het stappenplan: voor de bedenkers van deze multidisciplinaire integratie is de plaats van de specialist uitsluitend in het ziekenhuis waar hij consultaties mag houden. Daarom wordt de voorkeur gegeven aan de NHS- of de WHO-formule, hoewel deze laatste de aanwezigheid van gynaecologen, kinderartsen en oogartsen in de eerstelijnsgezondheidszorg bevordert.

Dit specifieke zorgaanbod vereist nauwe samenwerkingsverbanden tussen beroepsgroepen, waarbij de actoren individuen of groepen van zorgverleners zijn (huisartsengroepen, medische huizen - de favorieten van de ministers -, verpleeggroepen, enz.) Men zal een krachtige IT-infrastructuur en robuuste toepassingen moeten scheppen.

Een dergelijk netwerk zou zuiver virtueel kunnen zijn, waarbij professionals elkaar kiezen op basis van hun affiniteiten. Maar het lijdt geen twijfel dat er lokale voorzieningen in de wijken zullen worden gecreëerd. Bijgevolg zullen middelen beschikbaar moeten komen voor infrastructuur, administratie, boekhouding, facturatie aan derden (dat zal de regel worden), case managers (werknemers van ziekenfondsen?), sociale bijstand, voeding (diëtetiek), en psychologen.

Uit de ervaring met wachtposten blijkt hoe groot het aandeel van de uitbatingskosten is. Veel banen en functies vallen vandaag niet onder de ziekte- en arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Waar vind je het geld? Op twee manieren: de ene is een deel van de groeinorm hieraan besteden, de andere is de silobarrières op te heffen, d.w.z. de budgetten van de betrokken beroepen te bundelen in een grote gemeenschappelijke pot die de middelen zal verdelen onder de betrokken personeelsleden, ongeacht of ze momenteel door het Riziv worden gefinancierd of niet. Elk van de twee opties zal budgettaire gevolgen hebben voor verschillende sectoren.

Volgens het groeinormcriterium werken voor deze integratie betekent dat de volumegroei van de andere diensten, die tot nu toe onder deze groeinorm vielen - hoofdzakelijk de technische handelingen van de specialismen en andere beroepen, geraamd op 2 à 3% per jaar, niet langer door de gezondheidszorgbegroting zal worden gedekt. Aangezien de bijdrage van de patiënt niet kan stijgen, zal de budgettaire overschrijding van de sectoren buiten de eerste lijn aan hen worden doorgerekend, d.w.z. dat de honoraria geleidelijk zullen worden verlaagd. 

Anderzijds zal de bundeling van middelen (opheffen van silo's) om alle kosten van deze vernieuwde eerste lijn te betalen, uiteraard leiden tot een inkomensverlies voor huisartsen (sinds 2019: 1,3 miljard consultaties en visites; 2,5 miljard alles inbegrepen) en verpleegkundigen (1,7 miljard in 2020).

Er mag niet a priori worden besloten al deze kosten te financieren zonder eerst de vraag te stellen naar de toegevoegde waarde, de verhouding efficiëntie/kosten van deze concepten.

En het zal nodig zijn om multidisciplinariteit te rechtvaardigen. Zij lijkt gemakkelijker aan te tonen voor de follow-up van bepaalde chronische pathologieën waar de noodzaak van permanente fysieke structuren niet bestaat. Multidisciplinariteit ligt niet voor de hand voor de klassieke situaties van thuiszorg na een ziekenhuisopname of na een bevalling.

Het multidisciplinaire model moeten we beperken tot situaties waarin de deskundigheid van verschillende beroepsgroepen voor een specifieke ziekte of pathologie moet worden gebundeld.

En als er dan toch gekozen wordt voor de oprichting van eerstelijns ambulante centra, waarom dan niet de talrijke poliklinieken betrekken in het denkproces, waar specialisten, huisartsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten reeds samenwerken? De uitsluiting van extramurale specialisten zonder enige vorm van proces vormt een ongerechtvaardigde discriminatie, als het al niet gaat om ideologische bevoordeling.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Marianne MERTENS

    27 mei 2021

    Dit zonder enige vorm van overleg?de bevolking weet nog niet wat hen te wachten staat.

  • Floris De Munck

    27 mei 2021

    Wat met de radiologie? Enkel nog naar een ziekenhuis? De drempel zal soms te hoog liggen waardoor pathologie die potentieel vroeg(er) opgepikt kan worden ineens later ontdekt zal worden. Dit gaat van (borst)kanker tot appendicitis en bot- en peesletsels. Dit aan een voor de gezondheidszorg erg lage kost. In hun drang tot besparen zie ik vooral (weer) de creatie van niet geneeskundige (uitbatings)kosten die noch de patiënt noch de arts voordeel biedt.