"Communautarisering gezondheidszorg en Vlaamse sociale zekerheid gevraagd” (VAV)

Het Vlaams Artsenverbond (VAV) somt in zijn memorandum de voornaamste argumenten op voor een integrale Vlaamse gezondheidszorg. Het gaat ook in op enkele bekende tegenwerpingen.

Het Vlaams Artsenverbond (VAV) somt in zijn memorandum de voornaamste argumenten op voor een integrale Vlaamse gezondheidszorg:

·      eigen klemtonen leggen,

·      een grotere efficiëntie

·      responsabilisering van de gemeenschappen tot een spaarzaam beleid.

Het VAV spreekt van een communautarisering, geen regionalisering: “Wij willen de band met de Vlamingen in Brussel niet doorknippen.”

Eigen klemtonen

De contingentering wordt in beide gemeenschappen zoals bekend verschillend aangepakt: dat is mee de oorzaak van de hogere artsendensiteit in de Franse Gemeenschap.

De Vlaamse Gemeenschap legt een sterkere klemtoon op de preventieve gezondheidszorg. De Vlamingen volgen meer dan de Franstaligen het principe van de echelonnering: eerst naar de huisarts, die eventueel verwijst naar een specialist. Ter illustratie: het Globaal Medisch Dossier (GMD) kent een veel groter succes in Vlaanderen.

Vlaanderen en Wallonië hebben hun voorkeuren in de diagnostische technieken en behandelingen. Zo besteedt Wallonië per hoofd meer geld aan medische beeldvorming en klinische biologie. Vlaanderen besteedt meer aan thuisverpleging  en psychiatrische zorg. De overconsumptie door ziekenhuizen is hoger in Franstalig België. Er is een verschillende aanpak rond palliatieve zorg en euthanasie.

Nu eigen Vlaamse klemtonen in de gezondheidszorg kunnen nog vrijer en ruimer gelegd worden als de gezondheidszorg een volledige Vlaamse bevoegdheid wordt.

Efficiënter beleid

De scheiding tussen preventie (gemeenschappen) en curatieve geneeskunde (federaal) gaat in tegen samenhangende bevoegdheidspakketten.

Het is lachwekkend dat minstens 7 ministeriële instanties in België te maken hebben met het huidige versnipperd gezondheidsbeleid, terwijl één minister voor de Vlaamse en één voor de Franse Gemeenschap zouden volstaan na toewijzing van de volledige gezondheidszorg aan beide gemeenschappen.

Responsabilisering

De huidige jaarlijkse hoge geldtransfers van de Vlaamse naar de Franse Gemeenschap, onder meer via de Sociale Zekerheid (SZ), zijn op termijn onhoudbaar. Uitgaven- en inkomstentransfers bedroegen alleen reeds via de gezondheidszorg 1,6 miljard euro.

Responsabilisering van de deelstaten voor de inkomsten betekent op zijn minst aan de deelstaten de verantwoordelijkheid geven voor het beheer van een eigen SZ-budget, hen ter beschikking gesteld door de federale overheid (“bestedingsautonomie”). De responsabilisering neemt nog toe wanneer de deelstaten verantwoordelijk worden voor de inning van de inkomsten om hun SZ-beleid te voeren (“financieringsautonomie”).

Tegenwerpingen tegen een Vlaamse gezondheidszorg en SZ en Vlaamse antwoorden

1. Het meest gehoorde verwijt aan de eis van een integrale Vlaamse gezondheidszorg, en bij uitbreiding SZ, is dat het een egoïstische eis zou zijn.

Daarop antwoordt het VAV:

1.1 Solidariteit verloopt in concentrische kringen, met als middelste kring het gezin, en verder de gemeente of stad, de volksgemeenschap of deelstaat, de staat, de EU en de wereld. Er zijn dus verschillende financiële solidariteitsniveaus.

1.2 Vlaanderen blijft, na de splitsing van de gezondheidszorg en de SZ, in het Belgisch kader bereid tot een onderhandelde solidariteit met Wallonië in de vorm van een tijdelijk financieel hulpplan in een overgangsfase. De voorwaarden zijn: resultaatsverbintenis inzake de Waalse werkgelegenheidsgraad  en eerbiediging van de federale loyaliteit door de Franse Gemeenschap.

1.3 Die solidariteit moet berusten op verantwoordelijkheidszin van de Vlaamse overheid tegenover haar eigen burgers. Het meest recente cijfer over de geldtransfers (via SZ, bijzondere financieringswet en federale begroting, dus zonder de intrestlasten op de staatsschuld) wijst op jaarlijks bijna 8 miljard euro uit Vlaanderen. Intussen komt de Vlaamse regering geld te kort om de wachtlijsten in rusthuizen snel af te bouwen, om de lange wachtlijst van gehandicapten op te vangen en om het hoofd te bieden aan de toenemende verarming …

1.4 Ook de ontvangende partij moet haar verantwoordelijkheid opnemen.                                De geldtransfers uit Vlaanderen, zoals ze nu in Wallonië worden gebruikt, halen Wallonië niet uit het slop. De verschillen in de werkloosheidsgraad en werkgelegenheidsgraad blijven nagenoeg ongewijzigd ondanks  de geldtransfers.

1.5 Dat de transfers weldra zullen omkeren, is weinig waarschijnlijk. De simulatie voorspelt op basis van de demografische evolutie dat het SZ-transfer in 2040 nog steeds in noord-zuidrichting zal verlopen. En tot in 2050 zullen de sociale uitkeringen in Wallonië nog steeds hoger zijn dan in Vlaanderen.

2.  “Waarom de SZ niet ineens organiseren op het niveau van de Europese Unie (EU)”. Het sociaal beleid blijft ongetwijfeld een nationale bevoegdheid. Wel kunnen we een zekere harmonisering van de sociale wetgeving verwachten. De houding van de EU tegenover een eventuele Vlaamse SZ is dat elke lidstaat zijn SZ naar eigen inzicht mag organiseren en dus mag splitsen.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.