GGZ: flou artistique (KCE)

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) werd gevraagd om het GGZ-landschap in kaart te brengen, en om eventuele lacunes en overlappingen op te sporen. De grootste uitdaging blijkt echter dat de GGZ-behoeften van de Belgische bevolking niet duidelijk zijn, omdat hierover geen betrouwbare cijfers bestaan.

Daarom kon het KCE dan ook niet nagaan of het huidige zorgaanbod afgestemd is op de behoeften.

De aanbevelingen luiden dan ook om goede registratiesystemen op te zetten, registratie door de betrokken actoren aan te moedigen, het bestaande beleid van gemeenschapsgerichte zorg te versterken, door o.a. de GGZ (financieel) toegankelijker te maken, laagdrempelige informatiepunten te voorzien en het aanbod begeleid wonen uit te breiden.

Resultaten focusgroepen voor zorgaanbieders

Enkele interessante reacties:

  • er wordt het minst belang gehecht aan een coördinatie-model waarbij de patiënt zelf zijn zorg coördineert en meer aan een model waarin zorgaanbieders hun zorg afstemmen en coördineren. En dit zeker als het mensen met ernstige problematiek betreft, die meer hinder ondervinden van de fragmentatie binnen de geestelijke gezondheidszorg en tussen de GGZ en de sociale sector. 
  • ze zijn geen voorstander van veel formalisatie van zorgtrajecten en geven meer de voorkeur aan een informele organisatie van het zorgtraject, zeker voor de mensen met meer complexe en chronische problematiek omdat klinische richtlijnen hiervoor tekortschieten.
  • Ze zijn wel voorstander van de invoering van doorverwijzings-richtlijnen voor de meer algemene bevolking met geestelijke gezondheidsproblematiek om zo wachtlijsten en ongepast gebruik van diensten te voorkomen.

Huisartsen en psychiaters

Kritiek is er ook op de slechte aansluiting op de realiteit van vandaag. In feite zijn de huisartsen "natuurlijke" gesprekspartners die door de meerderheid van de betrokken patiënten worden benaderd. Volgens studies zijn zij in meer dan 70% van de gevallen betrokken bij het opsporen, diagnosticeren en/of behandelen van geestelijke gezondheidsproblemen.
Ten tweede is er vraag naar algemene medische ondersteuning (in de vorm van advies en/of gespecialiseerde interventies) wanneer de situatie dit vereist.
Volgens het KCE-onderzoek (waaraan meer dan 1.500 respondenten deelnamen, 8 keer op 10, actief in de geestelijke gezondheidszorg), is ¾ van de deelnemers van mening dat "een huisarts 24 uur per dag, 7 dagen per week contact moet kunnen opnemen met een psychiater wanneer hij geconfronteerd wordt met mensen met acute geestelijke gezondheidsproblemen".

De Belgische geestelijke gezondheidszorg in kaart 

De laatste decennia waren er in de geestelijke gezondheidszorg een aantal reorganisaties, o.m. doordat men steeds meer wilde afstappen van GGZ in ziekenhuizen of instellingen, en wegens de  staatshervormingen. In 2016 wou de overheid nog meer focussen op gemeenschapsgerichte zorg, waarbij de persoon behandeld wordt in de eigen omgeving, zodat hij/zij tijdens en na het herstel gemakkelijker opnieuw zijn leven kan opnemen. Daarom moest het KCE de organisatie van de GGZ voor volwassenen in kaart brengen.

Behoeften bevolking niet duidelijk

Het belangrijkste probleem: er bestaan geen betrouwbare cijfers over de geestelijke gezondheidszorgbehoeften van de Belgische bevolking. Daarom kon het KCE niet nagaan of het huidige zorgaanbod volstaat en voldoende toegankelijk is, of er overlap is, en of alle personen met GGZ-problemen de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Dus zijn goede registratiesystemen prioritair voor GGZ-problemen, zorgbehoeften, zorgaanbod en- gebruik, kosten, zorgkwaliteit, enz. die in de eerste plaats bruikbaar zijn in het zorgproces, en ook voor het beleid en onderzoek. Dat zal veel tijd vergen, en in afwachting kunnen een aantal andere maatregelen worden genomen (zie verder).

Van de bomen en het bos

Het KCE stelde vast dat het GGZ-aanbod in ons land zeer divers, uitgebreid en complex is. Met als gevolg een slechte zichtbaarheid en onduidelijkheid over wat er allemaal voorhanden is, zowel voor burgers, zorgverleners als beleidsmakers. Daarom worden er best meerdere vormen van laagdrempelige toegangs- en informatiepunten voorzien, ook voor familieleden en mantelzorgers van mensen met GGZ-problemen. Denk aan huisartsen, wijkgezondheidscentra, bedrijfsgeneeskundige diensten, OCMW’s, enz. Verschillende GGZ-netwerken zijn vandaag al dat soort meldpunten aan het opzetten. Eén centraal informatiepunt online voor burgers in verband met GGZ en lichamelijke zorg is aangewezen.

Versterking van de gemeenschapsgerichte GGZ en begeleid wonen

Verder pleit het KCE ervoor om het zorgaanbod (psychologen, psychiaters, huisartsen, wijkgezondheidscentra, CAW, CGG, mobiele teams, enz.) dicht in de buurt van mensen met GGZproblemen te versterken en beter (financieel) toegankelijk te maken. Zo worden deze problemen eerder aangepakt, en wordt er mogelijk minder beroep gedaan op spoeddiensten en ziekenhuizen. Verder moet de zorgcontinuïteit tussen het ziekenhuis of de instelling en de ambulante zorg verbeterd worden.

Daarnaast moet het aanbod van begeleid wonen, waarbij mensen met GGZ-problemen in hun omgeving aangepaste psychosociale ondersteuning krijgen, aanzienlijk worden verhoogd, om zo de sociale re-integratie van meer personen te bevorderen en om ziekenhuisopnames te voorkomen.

Meer bespreekbaar maken

Om GGZ-problemen te voorkomen en tijdig aan te pakken, dient het onderwerp meer bespreekbaar gemaakt en gedestigmatiseerd te worden, zowel bij de algemene bevolking als bij werkgevers en zorgverleners. Via o.a. mediacampagnes,  het onderwerp in algemene onderwijsprogramma’s steken en in de opleiding van zorgverleners.

Veel van wat uit dit rapport blijkt (KCE 318_A_mentale gezondheidszorg) werd al overduidelijk bij de Staten-Generaal van de Geestelijke Gezondheidszorg afgelopen jaar.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.