Naar een prenataal zorgpad (KCE)

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelt voor om zwangerschappen op te volgen met een aangepast ‘prenataal zorgpad’. In de loop van het zorgpad vinden er ‘consultaties voor persoonlijk prenataal advies’ (PPA) plaats, waarbij de toekomstige ouders alle nodige info krijgen om bewust te kunnen beslissen over de opvolging van de zwangerschap, de bevalling en de eerste levensweken van hun kind.

Zo wordt er niets over het hoofd gezien en wordt ook onnodige zorg vermeden.

Op basis van een analyse van de huidige zorgorganisatie en die in het buitenland (Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk en Zweden), kwam het KCE tot de volgende vaststellingen:

1 – We hebben een uitgebreid, maar complex zorgaanbod

Voor de klinische opvolging (gewicht en bloeddruk, bloed- en urinetesten, screenings, enz.) kunnen de aanstaande ouders kiezen tussen een arts (gynaecoloog of huisarts) of een vroedvrouw, of een combinatie van beide. Deze mogelijkheid bestaat ook in andere landen, en wetenschappelijke studies tonen aan dat er geen verschil in veiligheid is (voor zwangerschappen met een laag risico).

Sessies ter voorbereiding op zwangerschap en ouderschap worden gegeven door vroedvrouwen en/of kinesitherapeuten, individueel of in groep, soms wel en soms niet terugbetaald. (Aanstaande) ouders vinden hier soms hun weg niet in. Er bestaat wat verwarring tussen de prenatale activiteiten van zorgverleners en die van andere actoren buiten de gezondheidszorg (muziek, yoga, enz.). Deze verwarring kan zorgen voor misverstanden en teleurstellingen.

De aanstaande ouders zeggen ook dat ze zich vaak hulpeloos voelen bij de administratie. Ook wordt een voorbereiding op de periode na de bevalling nog niet systematisch aangeboden. Aan de andere kant werd het verblijf op de kraamafdeling ingekort.

2 – Onder- en overconsumptie

De Belgische richtlijn voor de opvolging van zwangerschappen (KCE-rapport 248) voorziet 7 prenatale raadplegingen (en 10 bij een eerste kind) voor een ‘laag risico’ zwangerschap. Te veel zwangere vrouwen vallen hier nog uit de boot: 4% van de vrouwen die gedekt zijn door de ziekteverzekering halen die 7 raadplegingen niet, en 3% heeft tijdens de eerste 20 weken van de zwangerschap geen contact met een zorgverlener.

Daarnaast gaat een groot deel van de zwangere vrouwen naar meer dan 10 prenatale raadplegingen.

Oplossingen: zorgpad en zorgplan

De landen waarvan het KCE de prenatale zorg bestudeerde, hebben (bijna) allemaal een 'geïntegreerd zorgpad' opgezet. Dit houdt in dat in het begin van elke zwangerschap een ‘zorgplan’ wordt opgesteld, in overleg met de aanstaande moeder. Het plan omvat alle aspecten van prenatale zorg en bevalling, tot de eerste zes weken na de geboorte.

Met dergelijk plan kunnen de vele opties voor de aanstaande ouders worden beproken, zoals de noodzaak van screeningstesten, de locatie van de bevalling, de wijze van bevallen en pijnbestrijding, enz. Het zorgplan houdt uiteraard rekening met de mogelijke risico's van de aanstaande moeder (medisch, psychologisch of sociaal) en verdeelt de verantwoordelijkheden tussen de professionals die zij koos. Alle belangrijke stadia van de zwangerschap en afspraken worden erin vermeld, en er wordt een contactpersoon aangewezen die het volledige zorgpad coördineert.

Geïntegreerd en met coördinator

Dit zorgpad is in zekere zin dus ‘maatwerk’.

Afhankelijk van de behoeften kunnen er verschillende zorgverleners bij worden betrokken: gynaecologen, vroedvrouwen, huisartsen, kinesitherapeuten, psychologen en maatschappelijk werkers, die in ziekenhuizen of ambulant werken. Centraal in deze ‘entourage’ staat een coördinator – één van de professionals die de toekomstige moeder heeft gekozen – die ervoor moet zorgen dat er geen enkele stap wordt vergeten, en tot wie de aanstaande ouders zich kunnen richten bij problemen of vragen.

Een gedeeld elektronisch dossier kan de communicatie tussen de betrokken professionals ondersteunen.

Extra: de consultatie persoonlijk prenataal advies

Het KCE voegt bij dit alles dat al bestaat ook nog de consultaties voor ‘persoonlijk prenataal advies’ (PPA) aan toe om de aanstaande  ouders alle nodig info te geven, zodat zij bewust kunnen beslissen. Met de PPA’s kan er beter een traject op maat worden uitgestippeld en kunnen onnodige consultaties worden vermeden.

De eerste PPA moet in het begin van de zwangerschap plaatsvinden, met alle nodige (wetenschappelijk onderbouwde) info. Dan worden de professionals aangeduid die het volledige zorgpad zullen begeleiden, worden eventuele psychosociale kwetsbaarheden opgespoord, en wordt uiteindelijk het fameuze zorgplan opgesteld.

Een tweede PPA kan in het derde trimester, om de laatste details over de bevalling en het postpartum te bespreken.

Het KCE-rapport beveelt ook een aantal maatregelen aan om de kwaliteit te evalueren en de verantwoordelijkheden beter te bepalen, samen met de zorgfinanciering.

> Lees ook: vroedvrouwen kiezen in functie van samenwerkingsmodel gezin

> Lees ook: "We moeten het wil niet heruitvinden" (Jacques de Toeuf)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.