Financiële transfers vanuit Vlaanderen vertragen (studie)

Vlaanderen blijft de belangrijkste bijdrager, maar het Vlaamse aandeel daalt, terwijl dat van Brussel stijgt. Wallonië blijft de meest begunstigde, zo blijkt uit een update van de studie van de professoren Willem Sas (KU Leuven/University of Stirling) en Tom Truyts (KU Leuven/UCLouvain Saint-Louis Brussels), die zaterdag gepubliceerd werd in De Tijd.

Vorig jaar betaalde het Vlaams Gewest 8,5 miljard euro, of 1.259 euro per inwoner. Als percentage van het bruto binnenlands product - relevanter omdat het rekening houdt met inflatie en economische groei - komt dit neer op 1,47%.

Dit aandeel zou volgens de auteurs van de studie moeten dalen tot 1,29% (8,8 miljard in absolute cijfers) in 2028. "Pensioenen en gezondheidszorg worden steeds meer een last aan Vlaamse zijde", leggen ze uit.

Aan de andere kant zullen de transfers vanuit Brussel toenemen, waar veel bedrijven gevestigd zijn en waar de bevolking jonger is. Het hoofdstedelijke gewest betaalde 2,9 miljard euro aan het zuiden van het land, of 2.100 euro per inwoner. Dit bedrag zal tegen 2028 stijgen tot 4,1 miljard. Van 0,46% van het bbp in 2023 zullen deze financiële stromen stijgen tot 0,60% in 2028.

Aan Waalse zijde zal de financiële instroom zich stabiliseren rond 1,85% van het bbp.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.