Grondwettelijk Hof herziet BTW esthetische en paramedische diensten: wat verandert er?

Sinds begin 2016 zijn een aantal prestaties voor esthetische en paramedische diensten vrijgesteld van BTW. Het Grondwettelijk Hof vernietigt een aantal van die bepalingen. De regeling gaat in met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2019. Aan de belastingadministratie om hierover verder te communiceren.

Op 5 december jl. sprak het Grondwettelijk Hof zich uit over de nietigverklaring van de BTW-regeling voor esthetische en paramedische diensten. Dat de eerdere wetswijziging onhoudbaar zou zijn, was al voorspeld door dr. Alex Verpaele van de Belgische Vereniging voor Plastische Chirurgie (RBSPS)drie jaar geleden in De Specialist.

De nieuwe wet zei dat alle esthetische chirurgie BTW-plichtig wordt, ook prestaties die daarmee verband houden. Dus eveneens de anesthesist, de cardioloog (pre-operatief onderzoek), de radioloog (thorax)… worden zo mee het BTW-bad ingetrokken. En ook andere (para)-medici. Een gigantische toename van de complexiteit. 

Even recapituleren: op 1 januari 2016 werden op (para)medisch gebied de volgende BTW-wijzigingen van kracht:

  • Ten eerste worden de diensten van artsen, fysiotherapeuten en tandartsen vrijgesteld van BTW zolang zij in de context van hun normale activiteiten worden verricht. 
  • Ten tweede zijn de diensten die door artsen worden verleend voor esthetische ingrepen en behandelingen onderworpen aan de BTW als:
  • deze diensten niet zijn opgenomen in de Riziv-nomenclatuur; 
  • deze diensten, zelfs al zijn ze opgenomen in de Riziv-nomenclatuur, geen recht geven op terugbetaling via de verplichte ziektekostenverzekering. 
  • Voorts kunnen ook de beoefenaars van een paramedisch beroep in aanmerking komen voor de vrijstelling van BTW voor hun diensten, op voorwaarde dat: 
  • Hun beroep erkend en gereglementeerd is; 
  • De geleverde diensten zijn opgenomen in de Riziv-nomenclatuur. 

Beroep aangetekend

Deze wijzigingen lokte een resem beroepsprocedures uit bij het Grondwettelijk Hof om ze ongedaan te maken. Het Grondwettelijk Hof bevroeg het Hof van Justitie van de EU hierover. Vervolgens sprak het zich op 5 december uit over de gegrondheid van de bij ingestelde beroepen.

Alleen persoonlijke zorg is vrijgesteld van BTW, luidt het.

Wanneer een arts, een paramedicus, vroedvrouw, zorgkundige of een verpleegkundige een esthetische dienst verleent, is bovendien in principe BTW verschuldigd. Het maakt niet uit of de dienst is opgenomen in de Riziv-nomenclatuur.

Wel kunnen osteopaten of chiropractors, net als fysiotherapeuten, hun zorgdiensten vrijstellen van BTW als ze  over de nodige kwalificaties beschikken om voldoende hoogwaardige persoonlijke zorg te verlenen.

Deze wijzigingen hebben terugwerkende kracht tot 1 oktober 2019.

De belastingdienst zal moeten beslissen over de toepassing van deze uitspraak. Het is zeer waarschijnlijk dat de dienst  hierover in de nabije toekomst zal communiceren. Dit arrest heeft namelijk praktische gevolgen voor de identificatie van de BTW, administratie en het recht op aftrek van ziekenhuizen, medische en paramedische beroepen.

> Lees ook: btw-esthetische-chirurgie-iedereen-mee-het-bad-in

 

 

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.