Aalst, UZ Brussel en Sint-Maria Halle toch in één netwerk

Het ziet ernaar uit dat de Aalsterse ziekenhuizen, het UZ Brussel en Sint-Maria Halle dan toch stappen zetten naar één netwerk. De gesprekken daarvoor zijn opgestart, zo viel te horen in de wandelgangen van het netwerkcongres van Zorgnet-Icuro. Maggie De Block en Margot Cloet bleken ook duidelijk een andere visie hebben op de betekenis van  'consensus' als het over co-governance van netwerken gaat.

Maggie De Block legde in haar toespraak onder meer de klemtoon op de 'accountability' die meer en meer van bestuurders en artsen wordt verwacht. Die is trouwens ook op haar als federaal minister van toepassing, betoogde ze. Op ons sociaal ondernemerschap mogen we trots zijn, "maar het leidde in ons land ook tot een heel versnipperd ziekenhuisaanbod. Medisch zijn de outcomeresultaten niet overal top, kwalitatief behoort België tot de middenmoot. De moeilijke financiële situatie drijft ons naar concentraties en netwerken." Tot daar enkele bekende stellingen zoals ook de visie dat ziekenhuizen morgen minder beddenhuis en meer technisch expertisecentrum zullen zijn. Ze stelde ook de kleine ziekenhuizen gerust: "Die kunnen groot zijn in courante zorg."

Anderzijds was haar waarschuwing niet mis te verstaan: "De vele boodschappen ten spijt focust men in vele gevallen bij de netwerkvorming op supraregionale zorg. Ik acht het ook niet wenselijk dat elk netwerk gaat voor de eigen erkenning van bijvoorbeeld de interventionele beroertezorg (S2-centra) of voor elk een eigen radiotherapeutische dienst."

"Ik lees ook dat door de netwerkvorming artsen uit een referentiepunt hun zorg zullen aanbieden in alle ziekenhuizen van het netwerk. Voor de raadplegingen is daar nog iets voor te zeggen, maar niet voor het stellen van diagnoses of behandelingen (of opvolgingen daarvan). Daarvoor blijft immers vaak een multidisciplinaire equipe nodig."

Consensus

Wat de rol van de medische raad in een netwerk betreft: die netwerkmedische raad neemt  in onderlinge overeenstemming met het bestuur strategische beslissingen. "Voor de belangrijkste medisch-strategische beslissingen gaan we dus voor een consensusmodel wat zeker niet hetzelfde is als een verzwaarde adviesprocedure zoals her en der wordt beweerd", aldus de minister. En ze verwees daarbij naar de stelling van Margot Cloet die dag nog in Het Belang van Limburg. "Het gaat helemaal niet om een vetorecht van de artsen. Een positieve debatcultuur zal haar vruchten afwerpen. Een consensus bereik je rond de tafel met alle betrokkenen. Oplossingsgericht, wat beter past in onze huidige maatschappij dan verzwaarde adviezen." Uitzonderlijk kan een beslissing wel geblokkeerd worden als bemiddeling tot niets leidt, aldus nog De Block. "Het artsenkorps volledig buiten het netwerkbestuur houden, is geen oplossing: zij zullen de motor moeten vormen van de klinische samenwerking onderling. Door hen mee te laten beslissen, worden ze mee verantwoordelijk gesteld."

Tot slot merkte de minister nog op dat ze, om de netwervorming te faciliteren, een eenmalige beperkte financiering zal voorzien zoals ze dat ook doet voor de standaardisering van de laagvariabele zorg.

Maar Margot Cloet zou later die dag opnieuw vragen opwerpen in verband met de sterke positie van de ziekenhuisartsen bij de co-governance: vroeger was een verzwaard advies nodig bij slechts zes items, nu bij 26, liet ze nog eens weten. Aan de Vlaamse overheid vroeg ze om zoveel mogelijk rekening te houden met de spontane dynamiek van de ziekenhuizen bij de netwerkvorming.

Vandeurzen

In zijn slottoespraak liet minister Vandeurzen onder meer zijn licht schijnen over de timing die hij voorziet om zijn zorgstrategische planning uit te rollen. Die planning moet scarnieren met de ziekenhuisnetwerken. 

Midden juni moeten de gesprekken zijn afgerond over potentiële netwerken en in juli 2018 vertrekt in principe een brief naar de ziekenhuizen over potentiële netwerken. Eind september worden de kandidaturen ingediend voor de deelname aan de projectfase en de reginale zorgstrategische planning. Om dan vanaf oktober tot de opmaak te komen van de zorgstrategische netwerkplanning, vrijwillig, met projectbegeleiding.

Toeval of niet: in het voorjaar van 2019, net voor de verkiezingen, moet de regelgeving zorgstrategische planning op tafel komen. Met wel een belangrijk voorbehoud: de Raad van State moet inmiddels zijn advies gegeven hebben zodat alles getoetst kan worden aan de financiële infrastructurele planning. En laat net die Raad van State nu meer bedenktijd gevraagd hebben...

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Guy NOLLET

    09 juni 2018

    Ik vrees dat men in het bos de bomen niet meer zal herkennen. En dit bos wordt stilaan een "jungle". Men moet weten spijt alle intenties elk ziekenhuis (en dokters) hoopt op zo weinig mogelijk verandering. Enkel de financiën zullen de wet dicteren ...