Bvas: "Met supplementenverbod overschrijdt Vandenbroucke rode lijn"

De Kamer heeft de ‘wet diverse bepalingen in de gezondheidszorg’ van minister Vandenbroucke aangenomen. Bvas veroordeelt die wet "omdat de minister conventietarieven wil opleggen aan niet-geconventioneerde artsen. Hij ondermijnt op die manier het hele conventiesysteem." Ook de "doelbewuste onderfinanciering" van de ambulante zorg kan niet door de beugel.

De Kamer keurde de ‘wet diverse bepalingen in de gezondheidszorg’ van minister Vandenbroucke goed met 87 stemmen voor bij 41 onthoudingen. De wet voert via artikel 22 en 23 een algemeen verbod in op ereloonsupplementen voor patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming. Omdat dit een onaanvaardbare inbreuk is op het akkoord artsen-ziekenfondsen, overweegt Bvas een juridische procedure tegen de wet.

Algehele verplichting respect tarieven akkoord

Door een algemeen verbod op ereloonsupplementen voor patiënten met het Omniostatuut in te stellen, overschrijdt minister Vandenbroucke een rode lijn, waarschuwde BVAS eerder al. De minister wil conventietarieven opleggen aan niet-geconventioneerde artsen en ondermijnt op die manier het hele conventiesysteem. Vorige week zette de Kamer het licht op groen voor de wet diverse bepalingen. Er waren 87 stemmen voor, 0 tegenstemmen en 41 onthoudingen.

Bvas kan geenszins akkoord gaan met de artikels 22 en 23 in hoofdstuk 2 van de wet. Met deze twee artikels worden zorgverleners verplicht om de tarieven uit het akkoord artsen-ziekenfondsen te respecteren als ze ambulante zorg verlenen aan rechthebbenden op een verhoogde tegemoetkoming. De memorie van toelichting bij het wetsontwerp stipuleert dat het om een algehele verplichting gaat, wat betekent dat de tarieven van het akkoord ook worden opgelegd aan artsen die het akkoord hebben geweigerd.

De artikels 22 en 23 hebben volgens de memorie van toelichting louter betrekking op de ambulante zorg aangezien er voor ziekenhuisopnames al een verbod bestaat op ereloonsupplementen bij opname in een tweepersoonskamer of gemeenschappelijke kamer. "We merken op dat voor een opname in een eenpersoonskamer, als het de patiënt is die hiervoor kiest, ereloonsupplementen gevraagd kunnen worden, ook aan patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming", dixit voorzitter Blanckaert.

I"n de ambulante zorg bestaat de notie van eenpersoonskamer uiteraard niet. Extramurale praktijken werken zonder forfaitaire vergoedingen, zonder budget financiële middelen en voor dezelfde nomenclatuur liggen de extramurale honoraria soms lager dan de intramurale. We wijzen erop dat alle kosten verbonden aan ambulante zorg uitsluitend gefinancierd worden door de erelonen. In de ambulante zorg zijn er geen tegemoetkomingen voor onder meer personeel en uitrusting."

Juridische procedure

De ambulante zorg heeft sinds jaren te kampen met een doelbewuste onderfinanciering. Dat de honoraria geen gelijke tred houden met de stijgende kosten voor onder meer personeel en instrumentaria is een realiteit die de minister niet kan ontkennen. In de ambulante zorg blijft voor de artsen maar één mogelijkheid over om dit tekort aan overheidsfinanciering te compenseren: bijkomende honoraria aanrekenen.

"Dat het Vandenbroucke menens is, bleek duidelijk in het VTM-journaal van zondagmiddag (27 november 2022) waar hij het verbod op ereloonsupplementen voor patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming “een lakmoesproef voor de regering” noemde. Bvas kan alleen maar vaststellen dat overleg met de minister geen enkele zin meer heeft en overweegt een juridische procedure tegen de wet", besluit Johan Blanckaert.

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Frank Comhaire

    01 december 2022

    bij "extra muros" consultaties zullen de specialisten best hun honorarium aanrekenen, en afzonderlijk een vergoeding voor de kosten (personeel, materiaal, lokalen, verplaatsing, instrumenten en toestellen, etc.) . Deze "kosten" zijn immers geen erelonen, en mogen niet als ereloon worden opgenomen. Eigenlijk zou dat toch een eerlijke oplossing zijn. Alle "andere stielmannen" (wat wij uiteindelijk zijn in de ogen van de minister) doen dat toch ook! .