Drie ex-ministers met wetsvoorstel voor ASO's en Haio's

De Vlaamse vereniging voor arts-specialisten in opleiding (Vaso) en het Huisartsen-in-opleiding overlegplatform (Hop) kijken met spanning uit naar de bespreking van de sociale bescherming van ASO's en Haio's in de commissie sociale zaken. Een wetsvoorstel van voormalig ministers Maggie De Block (Open VLD), Nathalie Muylle (CD&V) en Daniel Bacquelaine (MR) staat morgen geagendeerd in De Kamer.

Tijdens de succesvolle onderhandelingen binnen de nationale paritaire commissie artsen-ziekenhuizen (NPCAZ) afgelopen zomer werd ook het engagement aangegaan om in een tweede fase de sociale bescherming van alle artsen in opleiding vorm te geven. Die ontbreekt momenteel binnen het zogenaamde Sui Generis-statuut.

Een wetsvoorstel om zowel de sociale bescherming als werkomstandigheden van de artsen in opleiding te verbeteren komt morgen, dinsdag 18 januari, op tafel van de commissie sociale zaken, ingediend door voormalig ministers De Block (Open VLD), Muylle (CD&V) en Bacquelaine (MR).

Ook de huisartsen in opleiding volgen met argusogen de besprekingen hiervan. Binnen hun centraal georganiseerde opleiding zijn er al langere tijd uniforme arbeidsvoorwaarden, maar sociale bescherming is ook voor hen onbestaand. De verenigingen van huisartsen en arts-specialisten in opleiding, respectievelijk Hop en Vaso, publiceerden vandaag een open brief met de prioritaire problemen en voorgestelde oplossingen. 

Knopen doorhakken

“Zowel bij arts-specialisten als huisartsen in opleiding is er een dringende vraag naar het valideren van de gewerkte jaren voor de berekening van hun pensioenleeftijd. Nu starten zij hun loopbaan pas na het afstuderen als huisarts of specialist hoewel zij tijdens deze jaren wel al volwaardig in de ziekenhuizen en huisartsenpraktijken werken.

Daarnaast moet ook gekeken worden naar een degelijke pensioenopbouw want artsen in opleiding bouwen door hun statuut geen pensioen op terwijl ze wel voltijds werken, en dit gedurende een opleiding die voor huisartsen 9 jaar duurt en specialisten zelfs kan oplopen tot 15 jaar. Er liggen verschillende denksporen op tafel, zowel via de eerste als de tweede pijler", reageert HOP-voorzitter dr. Lotta Coenen.

Werkloosheid

Ook de problematiek van werkloosheid moet dringend worden aangepakt. “De covid-pandemie bracht de pijnlijke tekortkomingen van het huidige statuut aan het licht: artsen in opleiding hebben geen enkel vangnet indien ze (tijdelijk) werkloos worden, ook niet na afloop van hun opleiding. De redenering dat arts-specialisten na het afstuderen onmiddellijk werk vinden is niet meer van deze tijd. In bepaalde disciplines zoals anesthesie en gynaecologie wordt het risico op werkloosheid bittere realiteit, omdat er een overschot is in die disciplines, terwijl er een tekort is in andere disciplines.” stelt Vaso-voorzitter dr. Jonas Brouwers.

“Deze sociale bescherming moet er komen voor alle artsen in opleiding, er is geen reden voor onderscheid. Ook andere sociale voordelen, zoals palliatief verlof, klein verlet of recuperatie van gewerkte feestdagen die opgenomen zijn in het recente akkoord voor ASO’s, moeten geregeld worden voor zowel Haio’s als ASO’s. De artsen in opleiding over het hele land hebben bewezen dat zij een belangrijke rol in de gezondheidszorg vervullen. Het is tijd om ook de wetgeving daar naar aan te passen.” klinkt het.

Wetsvoorstel krijgt tegenstand

De bespreking van het wetsvoorstel ligt nu op tafel in de commissie sociale zaken die al een voorafgaand advies aan verschillende instanties vroeg. Zo konden de ziekenhuizen, federale pensioendienst, Riziv en de RVA reeds hun opmerkingen geven. Daaruit blijkt dat zij niet onverminderd voorstander zijn van het wetsvoorstel en het vooral als een extra kost beschouwen.

Ook het kluwen van wetgeving voor de artsen in opleiding verhindert een makkelijke oplossing. Nochtans kondigde minister Vandenbroucke in zijn beleidsplan en het parlement reeds meermaals aan dat er deze legislatuur een oplossing voor de problematiek moet komen.  

Dat drie ex-ministers uit de meerderheidspartijen nu een eigen voorstel neerleggen, voert daarmee de druk op de regering verder op. Ook de verenigingen van de artsen in opleiding dringen aan op een oplossing en spraken reeds hun expliciete steun voor dit wetsvoorstel uit. “Elke dag werken meer dan 8.000 artsen in opleiding in dit land aan de gezondheid van onze burgers. Het moment is er om eindelijk stappen vooruit te zetten. Deze kans links laten liggen zou artsen in opleiding in de kou laten staan. We rekenen op de commissieleden om dit voorstel ernstig te behandelen” besluiten de verenigingen van specialisten en huisartsen.

> Open brief prioriteiten

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.