Frank Vandenbroucke: “Deze hervorming is existentieel voor artsen”

De minister en vicepremier van Vooruit relativeerde op de VBS-studiedag meteen de karikatuur van dr. Demeere die overigens zelf ook al had toegegeven dat hij met zijn karikatuur een aantal zaken enkel op scherp wou zetten. Om vervolgens herhaaldelijk te beklemtonen dat deze hervorming existentieel is voor artsen. 

Met de opmerkingen van dr. Devos ben ik het voor 90% eens, maar in godsnaam, bouw in de hervorming geen anciënniteit in, dat is om problemen vragen in de arbeidsmarkt”, riep hij op. “Deze hervorming moeten we echt afronden. Toen ik 20 jaar geleden de herijking van de nomenclatuur vooropzette als minister, was ze niet eens meer origineel. Nu, bij mijn terugkomst, lijkt het alsof ik een vergadering van 20 jaar geleden bijwoon. Er werd zo goed als geen vooruitgang geboekt. Nog 23 maanden resten ons om het project tot een punt te brengen waar het klaarligt om uitgevoerd te worden. Lukt dat niet, dan hebben we  weer minstens tien jaar nodig om dit te realiseren.”

Vier doelstellingen

Vier doelstellingen schoof Vandenbroucke voor zijn hervorming naar voren: 

  • eerst en vooral een technische (de ‘nieuwe grammatica’ van de prestaties en hun omschrijving vastleggen); 
  • het verschil bepalen tussen het professioneel medisch deel en de kosten om een medische prestatie tot een goed einde te brengen. Naar zuivere honoria dus;
  • drie: de vergoeding van te rechtvaardigen prestaties legitimeren;
  • en vier: de ‘transversale’ doelstelling duidelijk maken, dat wil zeggen: de nomenclatuur vertalen naar een bepaalde visie op patiëntenzorg. Waarbij je rekening houdt met een aantal feiten zoals meer chronische aandoeningen en de vergrijzing, het fenomeen multidisciplinariteit - wat meer tijd vergt voor het patiëntencontact – enzomeer.

"De waardering van de tijd die je steekt in je patiënt - oorspronkelijk een opdracht voor de Ugent - is na onduidelijke conclusies verschoven  naar een werkgroep onder leiding van Jo De Cock (Riziv) en alle direct betrokkenen. Het VBS kan hier ook mensen voor afvaardigen.”(n.v.d.r. intussen is de VBS-oproep om hiertoe bij te dragen al vertrokken, wie uitgenodigd is krijgt tien dagen de tijd om te reageren, aldus Donald Claeys, secretaris-generaal van het VBS). 

“En het moet snel gaan”, vervolgde de minister, “want die werkgroep moet met een eerste oriënterende nota klaar zijn tegen einde maart. Werkpunten zijn de huidige omschrijvingen om meer reliëf in een raadpleging te brengen in functie van tijd, complexiteit en ernst van een pathologie. Tweede opdracht voor de werkgroep is om lacunes op te sporen. Ten derde: ook voor dit thema naar een relatieve waardenschaal evolueren. Bovendien is dit werkstuk transversaal, niet alleen voor specialisten maar ook voor huisartsen.”

De aandachtige waarnemer zal opmerken dat eind maart ook de werkgroep Van den Bruel/Belche klaar moet zijn met haar nota voor de hervorming van de huisartsengeneeskunde. "Er zijn inderdaad parallellen, al zijn die beide werkgroepen niet helemaal vergelijkbaar: die laatste werkgroep werkt eerder een keuzemodel uit", aldus Vandenbroucke De minister verwees tot slot ook nog naar de studie van Möbius die met dit alles een coherent geheel moet vormen (n.v.d.r. de hervormingsaspecten voor klinische biologie, pathologische anatomie, radiotherapie-oncologie en genetica).

Sluier van onwetendheid is startpunt

De minister zette de mindset in de verf waarmee dit titanenwerk volbracht moet worden. Volgens hem dus een existentiële oefening voor het artsenberoep waarbij hij de methode verkiest van de Amerikaanse politiek filosoof John Rawls (Harvard University). “Als je nadenkt over de essentiële structuur van een samenleving, moeten de betrokken partijen dat doen onder een sluier van onwetendheid, was het uitgangspunt van Rawls. Ze moeten dat eerst doen los van het ‘hier-en-nu-belang’. Laten we nog niet meteen onze rekening maken in euro’s en die van de eigen beroepsgroep”, riep hij op. “Laten we eerst objectief nadenken over een relatieve waardering en pas nadien het financiële aspect bekijken.”

Tot Philippe Devos expliciet richtte minister Vandenbroucke zich als volgt: “Marges creëren, oké, maar speel ook daar het spel van John Rawls: zet u in schoenen van de minister en de patiënt. Ons budget medische honoraria sprong van 8 miljard in 2019 naar 11,2 miljard in 2022! We moeten weten wat we doen. Ziekenhuizen zitten in een moeilijke positie, vandaar de ballon zuurstof van 262 miljoen die ik gaf bovenop de normale stijging van het budget. Intussen lopen er zes werven voor de ziekenhuizen waar we in dezelfde geest operationeel willen vorderen.”

“Kostendeel wordt oorlogszone tussen ziekenhuis en arts” (Dr. Philippe Devos)

“Is specialist nog noodzakelijk om ziekenhuis te laten draaien?” (Dr. Jean-Luc Demeere)

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.