Groot deel arts-assistenten voelt zich verplicht 60 uur per week te werken

Een groot deel van de arts-assistenten voelt zich verplicht om 60 uur per week te werken. Dat blijkt uit een enquête van de FOD Volks­gezondheid bij bijna 1.500 arts-assistenten en zo'n 630 stagebegeleiders, waarover De Specialist vrijdag al berichtte.

Elk jaar duiken dezelfde verhalen op over problemen bij de geneeskunde­stages: de assistenten kloppen ­extreem lange shiften en vaak is hun aanwezigheid noodzakelijk om de ziekenhuis­afdeling draaiende te houden. Voor het eerst heeft de FOD Volksgezondheid de situatie in kaart ­gebracht, wat ook afgesproken was tijdens de onderhandelingen tussen artsen en ziekenhuizen.

Arbeidstijd

Een van de meest heikele punten is de arbeidstijd. Normaal gezien werkt een assistent zo'n 48 uur per week, maar ze kunnen kiezen voor een uitbreiding naar ­gemiddeld ­60 uur per week. In de praktijk levert dat soms werk­weken tot 72 uur op.

De enquête toont dat 86,5 procent van de arts-assistenten toezegt om meer te werken. De meesten doen dat "om aan de dienst­behoeften te voldoen", maar bijna een derde van hen zegt "verplicht te zijn ­geweest of zich verplicht te hebben gevoeld". Ruim een kwart van hen ziet werktijden tot of zelfs boven de 72 uur. Bij de stagemeesters klinkt het dat als het maximum wordt overschreden, dat te maken heeft "met de praktische ­behoeften van de dienst".

Ook opvallend is dat ruim een kwart van de assistenten aangeeft zich wekelijks "gedwongen te voelen met klinische problemen om te gaan die hun kennis, competenties of ervaring te boven gaan". Bijna een vijfde zegt zich niet voldoende bekwaam te vinden om de ­gevraagde wachtdiensten uit te voeren. Een kwart geeft aan dat er bij die wachtdiensten te weinig ­ondersteuning is.

Wat met ongeschikte kandidaat?

"Het mes snijdt langs twee kanten," zegt dr. Jacques de Toeuf (Bvas). "Wanneer een kandidaat wiens opleidingsplan is goedgekeurd, ongeschikt blijkt te zijn, is het bijzonder moeilijk om zijn of haar opleiding stop te zetten". In het verslag worden drie gebieden voor verbetering voorgesteld: verduidelijking van de taken en verantwoordelijkheden van wie bij de opleiding betrokken is, toezicht en controle versterken en het kwaliteitsmanagement verbeteren.

Bij het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) wordt opgemerkt dat de bevraging eind 2021 werd afgenomen. "Intussen zijn er al zaken beter geregeld, zoals rond arbeidstijden, een vertrouwenspersoon, enzovoort. Het neemt niet weg dat we in mei en juni nog discussietafels organiseren over de knelpunten met de assistenten en hun begeleiders. Op die manier hopen we tot een actieplan te komen om de stages nog te verbeteren. We bekijken wat we deze legislatuur nog kunnen realiseren", klinkt het.

Om nog eens terug te komen op het rapport: ook daarin wordt beklemtoond dat de dialoog met de actoren in het veld moet worden voortgezet. Die dialoog is  aan de gang: de Hoge Raad voor Specialisten en Huisartsen is reeds begonnen met de opstelling van een nieuwe versie van het opleidingskader. Het Paritair Comité artsen-ziekenhuizen heeft de opleidingsverantwoordelijken gevraagd om hun feedback te geven over de nieuwe collectieve overeenkomsten. Ook de ziekenhuizen buigen zich over de kwestie en onlangs is een Bvas-enquête gestart. Dat zal ongetwijfeld leiden tot een bijsturing van het rapport, wat kan dienen als basis voor een echte hervorming van de opleiding. En zoals sommige artsen tweetten: "kwalitatief goede opleidingen betekenen kwalitatief goede zorg".

> "Opleiding tot arts-specialist moet op nieuwe leest" (Vaso)

> Hier leest u het volledige rapport.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Edouard WITTERS

    03 april 2023

    Geneeskunde is een roeping.
    een arts staat zoveel mogelijk klaar voor de patiënt en uren spelen daarbij geen rol.
    Wanneer wij onze stages en wachten deden, dan moesten wij ook niet klagen en we verdienden nog geen tiende van wat ze nu verdienen.
    Men wil veel verdienen en weinig er voor doen ; dat is de triestige geest van onze tijd.
    En men wordt daarin gesteund door een aantal politiekers, die er niets van kennen

  • Frank COOLS

    03 april 2023

    Als ASO op 48 uur (waarbij ook inslapende wachten horen ook al slaapt men) voldoende pathologie zien wordt een moeilijk verhaal. Dan moet men de opleiding minstens een jaar verlengen. Dit past natuurlijk weer in de verambteranisering van het beroep. Het ASO statuut is intussen ook 200% beter geworden!