Hoe kan de arbeidstijd beter gecontroleerd worden voor arts-specialisten in opleiding in ziekenhuizen? De soap rond de beloofde "prikklok" kent een nieuwe aflevering, inclusief cliffhanger.
Vorige week vernamen we dat het einde dan toch in zicht zou zijn van de soap rond de beloofde tijdsregistratie, zij het met flink wat vertraging. De tijdsregistratietool ("prikklok") werd door het Riziv al aangekondigd in april vorig jaar om ingevoerd te worden bij het nieuwe academiejaar 2022-2023. Met een jaar vertraging zou de tool nu klaar zijn voor invoering. De verkozen inschrijver op de aanbesteding zou verantwoordelijk zijn voor het volledige beheer (configuratie, onderhoud, hosting, enz.)".
Eerder maakte men zich sterk langs Waalse kant dat men al een tool ontwikkeld had als alternatief, maar dat initiatief was blijkbaar een stille dood gestorven, heette het toen. Maar nu pakt DeMeFF, de Franstalige tegenhanger van Vaso, dan toch uit met nieuws over dat project. DeMeFF werkt al meer dan een jaar aan de ontwikkeling van een transparant, goedkoop (in hun ogen) en effectief systeem, "maar we wachten nog steeds op de prikklok die de federale overheid al meer dan een miljoen euro heeft gekost", luidt het daar.
De delegatie van Franstalige artsen in opleiding (DeMeff) is al maanden heel duidelijk: "Ondanks onze bedenkingen hebben we vrijwillig het project gesteund voor een federale tool voor de registratie van werktijden, ondersteund door een aanzienlijke overheidsopdracht. Vandaag stellen we vast dat de tool nog steeds niet beschikbaar is. Erger nog: de tool die er nu is, voldoet niet aan de aangekondigde aanbesteding en lastencohier en staat niet in verhouding tot het ambitieuze overheidsbudget dat is toegewezen. Volgens DeMeff gaat het om een aanpassing van een reeds bestaande oplossing die gericht is op de behoeften van ziekenhuizen op het gebied van HR-management, en is de tool gebaseerd op verouderde technologie".
Gevaarlijke tool
De tool zou ook contraproductief en gevaarlijk zijn: "Hij gaat gepaard met grote belangenconflicten, omdat hij ontwikkeld is door een leider in HR-management voor ziekenhuizen, zoals vermeld in de speciale lastencahier.
Door de privé-partner te willen activeren, bevestigt de overheid dus dat haar overheidsopdracht de privé-partner in een concurrentievoordeel plaatst dat haar blootstelt aan talrijke risico's (bv. monopolie, reguleringsmacht, winstbejag, enz.)".
DeMeFF verwierp dit project echter niet zomaar. Het stelde een nieuwe tool voor: "LogDoctor van onze kant is al enkele maanden klaar. Trouwens, we hebben onlangs de LogDoctor white paper gepubliceerd. Uit beleefdheid/pragmatisme hebben we de publicatie ervan uitgesteld om het FOD-project en zijn astronomische budget een kans te geven."
Ontmoeting met Jo De Cock
Binnenkort heeft DeMeFF een ontmoeting met topambtenaar Jo De Cock: "Om hem officieel op de hoogte te brengen van de zaak. We willen hem uitleggen dat ons project al maanden klaar is (web- en mobiele apps, beschikbaar in de Apple- en Google stores) met geavanceerde functionaliteiten (monitoring/preventie van psychische aandoeningen en welzijn op het werk en AI) die momenteel worden ontwikkeld. De implementatie ervan bewijst dat het falen van het federale project... ofwel het resultaat is van incompetentie of van het wegsluizen van publieke middelen naar speciale belangen".
Volgens DeMeFF is hun project ontworpen "om het leven van de gebruikers gemakkelijker te maken, in de hoop dat ze het zullen overnemen en gebruiken om dingen echt te veranderen".Het zou daarom aan het begin van het academisch jaar in oktober geïmplementeerd moeten worden.