Vanuit de overheid vertrekt een brief naar de ziekenhuizen met indicaties van de manier waarop men het voorschot van een miljard moet verdelen. Volgens de enen nogal vrijblijvend, volgens de anderen blijkbaar voldoende duidelijk. Een gunstige wind deed de brief op onze redactie belanden. De bal ligt nu in het kamp van de ziekenhuizen.

Eerder al werd bedisserld dat 70% van het toegekende voorschot onderhandelingsstof vormt tussen de zelfstandige zorgverleners en de ziekenhuisdirecteur. Voor de artsen verloopt dit via de wettelijk bevoegde organen (denk aan de medische raad). Voor andere zelfstandige zorgverstrekkers wordt een ad hoc overleg georganiseerd binnen het ziekenhuis.

a - Lagere retrocessie aanvullen

De afdrachten van de artsen aan het ziekenhuis (retrocessie) lagen uiteraard een stuk lager van maart tot nu. Een gedeelte van het voorschot dient om die aan te vullen. Het aanvullend bedrag verzekert dat het ziekenhuis over hetzelfde bedrag aan geretrocedeerde honoraria beschikt als in de overeenstemmende maanden van 2018, heet het. En dit bedrag mag desgevallend worden geïndexeerd.

b - Interne verschuivingen rechttrekken

Sommige artsen werkten zich te pletter, anderen hadden door de opgelegde uitgestelde niet-dringende zorg weinig of niets omhanden. Die interne verschuivingen kunnen met een deel van het bedrag worden rechtgetrokken. Dat voor zover de betrokken verstrekkingen niet of onvoldoende vergoed worden via de nomenclatuur of via forfaitaire honoraria.

c - Stagemeesters

Nog een mogelijkheid is om het geld te besteden aan een aanvulling op de financiering van de stagemeesters die voor de betrokken periode maart, april, mei 2020 onvoldoende verstrekkingen hebben verricht om de financiering van de betaling van de ASO te verzekeren.

d - ASO's

De betrokken som kan worden aangewend om extra activiteiten van ASO’s te financieren.

e -Beginnende artsen en andere noodsituaties

Ten slotte is het mogelijk om aan zorgverstrekkers voorschotten te verlenen in antwoord op tijdelijke financiële noodsituaties (beginnende artsen, …).

Voor de duidelijkheid: het gaat dus om een liquiditeitsvoorschot aan de individuele zorgverstrekkers,  om verschuldigde en verworven honoraria. Ze worden geboekt als terugvorderbare voorschotten . De stortingen vermelden zulks uitdrukkelijk.

De bedragen bedoeld in punt b. tot e. mogen samen met de voor de maanden maart, april en mei gefactureerde bedragen  per ziekenhuis globaal niet meer bedragen dan 65% van het Riziv aandeel van de gefactureerde honoraria, na retrocessie van het deel voor het ziekenhuis, in de overeenstemmende periode van 2018. Dit bedrag mag desgevallend worden geïndexeerd.

Ziekenhuisbestuurder

30% van het toegekende voorschot wordt toegekend aan de ziekenhuisbeheerder om de meerkosten gedurende de periode maart-mei 2020 ten gevolge van de pandemie te financieren (persoonlijke beschermingsmiddelen, reorganisatie van de infrastructuur, activering van het noodplan)  en de impact van minderinkomsten die niet via honoraria worden gefinancierd (forfaitaire bedragen geneesmiddelen, dagziekenhuis, Riziv-conventies, persoonlijke aandelen).

Tot slot moet nogmaals worden benadrukt dat de bovenstaande indicatieve richtlijnen betrekking hebben op een voorschot.

De door de ziekenhuizen toegepaste verdeling heeft een voorlopig karakter in afwachting van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de regularisatie van de voorschotten.