Rapport MAHA 2020: eerste reacties van enkele ziekenhuisdirecteuren 

Het MAHA 2020-rapport over 2019 én 2020 dat Belfius bekendmaakte, heeft al veel inkt doen vloeien. De Specialist vroeg enkele ziekenhuismanagers om hun eerste reacties. Ze zijn unaniem.  Dit is het moment voor ingrijpende veranderingen.

Het 26e MAHA-rapport over de gezondheid van ziekenhuizen vraagt om een structurele hervorming van de ziekenhuisfinanciering. Een analyse die gedeeld wordt door Federaal Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke: "Vandaag is er een momentum voor verandering door de gezondheidscrisis", liet hij weten.

Covid als versneller
Een mening die gedeeld wordt door de CEO van de Sint-Jans-kliniek in Brussel, Hadewig De Corte: "De Maha-studie bevestigt de kwetsbaarheid van onze zorgsector. De marge die in 2018 al laag was, is verder gedaald. Met zulke kwetsbare marges heeft een pandemie onvermijdelijk een sterke impact. "De omzet is met ongeveer 8% gedaald omdat we de activiteiten moeten stopzetten en de kosten stijgen (uitrusting, personeel...)."

"Zelfs na de steun van 2 miljard van de overheid, zal er nog steeds een verlies voor de sector geboekt worden van 1 tot 1,5%. Dat is de grootste uitdaging. Ondanks deze context moeten we de investeringen en de zorgkwaliteit niet verminderen. Ik zie vier oplossingen: we moeten nadenken over de financieringscriteria (meer kwaliteit voor de patiënten), de samenwerking tussen de ziekenhuisnetwerken verbeteren, een drastische vereenvoudiging van het institutionele aspect en de regelgeving... en ten slotte de ziekenhuizen (tijdens deze grote hervorming) verzekeren dat ze kunnen investeren." 

Voor haar moet 2019 "de benchmark worden en de overheid moet de financiering van 2019 voor 5 jaar bevriezen om de ziekenhuizen in goede omstandigheden te laten werken. Covid is een versneller om veranderingen door te voeren en tegelijkertijd prioriteit te geven aan de kwaliteit van de patiëntenzorg."

Basiszorg

Dr. Rudi Vossaert, medisch directeur van het Sint-Elisabethziekenhuis Zottegem, wijst op het verschil met Wallonië dat heel wat kleinere ziekenhuizen telt en meer statutairen, wat mee het verschil zou verklaren met de slechtere financiële situatie van die ziekenhuizen. "Wij zijn ook niet zo'n groot ziekenhuis en dat betekent dat we in verhouding meer vaste kosten hebben. Als je basiszorg performant wilt blijven doen, dan moet je back-ups in huis hebben. Met netwerkvorming kun je wel een aantal dingen afstoten. Op termijn evolueren we naar een model waar het er niet meer op aankomt wie wat waar doet. Een voorbeeld daarvan is het ASZ dat van Wetteren een goed REVA-ziekenhuis maakte en van Geraardsbergen een sterk basisziekenhuis, weliswaar na sluiting van de materniteit."

'Verder integreren'

Paul D'Otreppe, CEO van de Clinique Saint-Luc de Bouge en voorzitter van de Belgische Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren (BVZD), juicht het toe dat de minister, geconfronteerd met deze studie, "de indruk wekt een vrij duidelijke visie te hebben op wat hij wil". Hij wil zien of het aanbod overeenkomt met de vraag."

Voor hem zal het ziekenhuis het alleen redden als we verder gaan in de integratie (eerste lijn, algemene ziekenhuizen, universitaire ziekenhuizen, thuiszorg...). "We hadden 80% van de covid-patiënten op afstand kunnen behandelen."

"Het virtuele ziekenhuis moet realistischer worden. In een pandemie heeft geneeskunde op afstand zin en moeten we open blijven en de juiste vragen stellen: wat is goed voor de patiënt? In de toekomst zal er tussentijds overleg plaatsvinden: soms op afstand en soms niet. Dit alles zal gevolgen hebben voor de financiering van het ziekenhuis."

 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.