Brusselse ziekenhuizen hekelen gebrek aan crisismanagement en duidelijk pandemieplan

Tijdens de eerste golf van de coronacrisis was er een gebrek aan crisismanagement vanuit de overheid. Er is nood aan een duidelijke bevelstructuur en een echt pandemieplan met heldere procedures en een afbakening van de bevoegdheden zodat iedereen weet wie wat wanneer doet. Dat was de boodschap donderdag van verantwoordelijken van de Brusselse ziekenhuizen in de bijzondere coronacommissie van het Brussels Parlement.

De bijzondere coronacommissie hoort donderdag vertegenwoordigers van de ziekenhuizen en huisartsen. In de voormiddag kwamen Philippe Leroy, algemeen directeur van het UMC Sint-Pieter, Renaud Mazy, gedelegeerd bestuurder van de Cliniques universitaires Saint-Luc, en Marc Noppen, gedelegeerd bestuurder van het UZ Brussel, langs.

Marc Noppen schetste de toestand in zijn ziekenhuis tijdens de eerste golf en herhaalde zijn kritiek op de overheid die in de zomer de waarschuwingen voor de tweede golf in de wind sloeg. "Dat leidde bijna tot een opstand bij ons personeel", aldus Noppen.

De relatie met de federale overheid gebeurde vooral met zeer laattijdige omzendbrieven, de contacten met de Vlaamse en Brusselse overheid was nihil, klonk het. "Op 4 oktober werd is voor het eerst gecontacteerd door de GGC, terwijl ik vroeger herhaaldelijk contact gezocht had", verduidelijkte Noppen in zijn antwoord op de vragen van commissieleden. "Op 25 oktober hebben de bevoegde collegeleden Maron en Van den Brandt een bezoek gebracht en hun verontschuldigingen aangeboden voor de trage reactie", voegde hij er nog aan toe. "Maar een uitnodiging om samen rond de tafel te gaan zitten is er nooit geweest", aldus Noppen, die erkende dat hij de naam van de Hoge Ambtenaar op Google heeft moeten zoeken om te weten over wie het ging.

Wat de contacten met de woonzorgcentra (WZC) betreft, verklaarde Marc Noppen dat er het aanbod van drie WZC uit de buurt geweest is om patiënten op te vangen die nog niet genoeg hersteld waren om naar huis te gaan, om zo het UZ te ontlasten. Maar dat werd dan later ingetrokken omdat Iriscare het daar niet mee eens was, aldus nog Noppen.

Philippe Leroy kwam in zijn uiteenzetting met een reeks aanbevelingen. Hij pleitte voor een duidelijke bevelstructuur in crisistijd en de uitwerking van een echt pandemieplan. Daarin moet vastgelegd worden hoe de communicatie tussen de verschillende overheden moet verlopen - de geldende structuren werken in crisistijd te langzaam. In het pandemieplan moet ook duidelijk afgebakend worden wie wat doet en hoe de verantwoordelijkheden verdeeld zijn. "Iedereen was bevoegd, niemand had de verantwoordelijkheid", verwoordde hij de toestand tijdens de eerste golf. Hij pleitte ook voor heldere procedures en maatregelen. Zo moet duidelijk zijn wat er dient te gebeuren indien een ziekenhuis volzet is en geen bijkomende patiënten meer kan opnemen.

Voor Leroy moeten de administratieve procedures in crisistijd maximaal vereenvoudigd worden. Een coronatest duurt normaal slechts 30 tot 45 seconden, maar in realiteit is tien minuten nodig omdat een aantal gegevens nog in verschillende documenten gecodeerd dienen te worden. De ziekenhuizen hebben tijdens de eerste golf experimentele beademingstoestellen ontworpen voor het geval dat er onvoldoende beademingstoestellen voorhanden zouden zijn. Maar de productie werd nooit opgestart omdat die door de administratieve logica geblokkeerd werd. "Gelukkig hebben we die toestellen nooit nodig gehad", voegde hij eraan toe.

Een verdubbeling van de capaciteit van de intensieve zorgen is voor hem niet aangewezen omwille van de kost. Maar het verplegend personeel zou wel een minimumvorming moeten krijgen zodat ze in crisissen de intensive care-afdelingen kunnen versterken.

Leroy brak ook een lans voor de huisarts, die bij het begin van de crisis over het hoofd gezien werd en te weinig werd ingezet. Hij verwees naar Duitsland, waar de huisartsen meteen het nodige beschermingsmateriaal kregen en een belangrijke rol speelden in de strijd tegen het coronavirus. Ook hier is voor hem een vereenvoudiging nodig van de administratie.

De samenwerking met de woonzorgcentra verliep volgens Philippe Leroy goed, maar gebeurde ad hoc. Daarom is een institutionalisering van de communicatie met de WZC aangewezen. Zo zouden de WZC ook moeten vertegenwoordigd zijn in de structuren van de ziekehuisnetwerken. In de WZC moet er voor hem een hygiënist voorzien en gefinancierd worden. In de ziekenhuizen zou de functie van infectioloog erkend moeten worden. Tot slot pleitte hij voor een zorgproject voor elke patiënt in een ziekenhuis of een WZC.

Renaud Mazy benadrukte dat het de opdracht van een ziekenhuis ligt in de bescherming van het personeel om de patiënten beter te kunnen verzorgen. De overheid moet in realtime over alle gegevens beschikken, zodat nagegaan kan worden welke ziekenhuizen in nood zijn omdat ze overbelast zijn, en welke instellingen nog kunnen bijspringen.

Verschillende sprekers wezen ook op de belasting van het personeel tijdens de crisis en de problemen om de verzorging van de niet-covidpatiënten. Tijdens de tweede golf was er reeds minder verplegend personeel wegens ziekte en burn-out. Heel wat personeel heeft nog heel wat overuren en verlof op te nemen. Dat zal alleen nog maar verergeren bij een mogelijke derde golf.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.