Het rechterlijk bevel dat het Belgische farmabedrijf Medista verplichtte om mee te blijven werken aan de corona-vaccinatiecampagne, wordt ingetrokken. Dat heeft de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel beslist. De overheid had midden september via een eenzijdig verzoekschrift Medista gedwongen om vaccins te blijven leveren, maar volgens de rechtbank is daar geen enkele reden meer voor.

Medista staat al sinds april 2020 in voor de opslag en verdeling van de strategische voorraad geneesmiddelen, COVID-testen en -vaccins, maar begin juli besloot de federale overheidsdienst Volksgezondheid om het beheer van die voorraad voor de periode 2022-2025 toe te kennen aan de multinational Movianto. Eén overee nkomst met Medista liep nog tot 2025, maar ook die zou in maart 2023 worden stopgezet. Medista stapte naar de Raad van State om dat besluit op te schorten, maar ving daar bot.

Intussen was ook discussie ontstaan over de betaling van een aantal openstaande facturen voor het jaar 2022. Sinds december 2021 was het bedrijf niet meer betaald, al werd in september wel een deel van de openstaande facturen betaald, en recentelijk de overige openstaande facturen. Volgens de FOD Volksgezondheid gebeurde die betaling provisioneel, Medista beschouwt ze als definitief.

Begin september werd de transitie opgestart naar Movianto, en uit vrees dat Medista niet zou willen meewerken, werd een deel van de facturen provisioneel betaald. Medista verklaarde toen dat het zou meewerken, maar bleef volgens de overheid moeilijk doen, ook nadat een bevel was gegeven om mee te werken. Zo dreigde het bedrijf onder meer met een retentierecht.

De overheid trok daarop naar de rechtbank en die besliste dat Medista toch moest voortwerken, maar verplichtte de overheid wel om Medista binnen de kortste keren te dagvaarden. Medista tekende van haar kant derdenverzet aan tegen de eenzijdige beslissing.

Bij de behandeling van de zaak drong de Belgische Staat er op aan dat de rechtbank het bevel zou handhaven. Volgens het bedrijf was die beschikking dan weer nergens voor nodig, omdat het bedrijf steeds vlot had meegewerkt, en dat ook bleef doen.

"De overheid is toen naar de rechtbank gestapt en beweerde dat de vaccinatiecampagne in gevaar was, terwijl Medista wel al voldoende vaccins voor verschillende weken had geleverd", klonk het. "De vaccinatiecampagne was dus helemaal niet in gevaar. Ook vandaag werkt Medista nog steeds vlot mee aan de transitie."

De rechtbank is nu van oordeel dat er inderdaad geen reden is om dat bevel te handhaven. Zo stelt de rechtbank vast dat er tussen beide partijen hevige discussies worden gevoerd over de uitvoering van de overheidsopdracht en de transitie naar de nieuwe dienstverlener, en dat Medista daarbij de scherpe bewoordingen niet schuwt.

"Maar dit is niet voldoende om tot de vaststelling te komen dat eiser moet vrezen voor schade van enig belang of voor ernstige nadelen die een handhaving of uitbreiding van de voorlopige maatregelen rechtvaardigt", luidt het in het vonnis. "Uit de voorgelegde gegevens blijkt immers dat de partijen samenwerken en de transitie naar de nieuwe dienstverleners verderloopt, zelfs al betreft het pas een eerste fase en is er nog discussie over een aantal zaken."

"Het is ook niet voldoende dat eiser vreest dat, indien de voorlopige maatregelen niet worden gehandhaafd, Medista haar medewerking zal opschorten", gaat de rechtbank verder. Een dergelijke vrees is, in het licht van de voorgelegde gegevens, hypothetisch... Het loutere feit dat Medista aangeeft dat het meewerkt, doch onder voorbehoud, maakt niet uit dat er sprake is van spoedeisendheid die het handhaven of uitbreiden van de maatregelen rechtvaardigt."