Wettigheid coronaregels: geen beslissing voor verstrijken toegekende termijn aan staat

Het Brusselse hof van beroep heeft  beslist om op 18 mei de debatten te heropenen over de wettigheid van de covid-maatregelen. Het hof zal daarom geen beslissing nemen vóór vrijdag 30 april, de datum waarop de termijn verstrijkt die door de rechter in eerste aanleg aan de staat was toegekend om "een einde te maken aan de schijnbare onwettigheid die voortvloeit uit de maatregelen ter beperking van de vrijheden". Er is een pandemiewet in voorbereiding. Het ontwerp wordt nog in de Kamercommissie besproken.

De rechtbank beval de heropening van de debatten om de bemerkingen van de Belgische Staat en die van de Franstalige en Nederlandstalige Liga voor Mensenrechten te horen over het advies van de sectie wetgeving van de Raad van State over het laatste ontwerp va n ministerieel besluit van 26 april.

Het hof van beroep van Brussel werd gevat door het beroep van de Belgische Staat tegen een uitspraak van de burgerlijke rechtbank in kort geding op 31 maart op verzoek van de Ligue des Droits Humains en de Liga voor Mensenrechten. 

De rechtbank besliste de staat te veroordelen en om "alle maatregelen te nemen die hij passend acht om een "einde te maken aan de schijnbare onwettigheid die voortvloeit uit de maatregelen die de vrijheden en grondrechten beperken, vervat in het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 en de daaropvolgende besluiten, binnen een termijn van maximaal dertig kalenderdagen [...] ". Bij gebreke daarvan zei de rechter "de toepassing van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 en de daaropvolgende besluiten betreffende de maatregelen in het ka der van de coronavirus-pandemie op te heffen".

De wetten waarop de coronamaatregelen nu gebaseerd zijn, vormen een onvoldoende juridische basis, vonden de liga's voor mensenrechten die naar de rechter stapten. De overheid baseert de maatregelen nu nog op drie wetten: de wet op de civiele bescherming, de wet op de civiele veiligheid en de wet op het politieambt. De kortgedingrechter meent dat die niet gebruikt kunnen worden in een crisis die nu al meer dan een jaar duurt.

Over de vraag of de maatregelen ook na 30 april van toepassing blijven, heeft het hof van beroep van Brussel zich niet uitgesproken. De Liga voor Mensenrechten benadrukt in een reactie dat met deze beslissing de coronamaatregelen niet vernietigd worden. "De vraag of de maatregelen een wettelijke basis hebben blijft onbeantwoord tot het hof daarover een uitspraak heeft gedaan. In alle geval moeten de maatregelen gerespecteerd worden om ons allemaal veilig te houden", aldus voorzitter Kati Verstrepen.

Wat het wetsontwerp van de pandemiewet betreft, onderstrepen beide liga's het belang van deze wet. De liga's zijn dan ook van mening dat dit uitstel een "serene bespreking van de wettekst mogelijk moet maken."

Het hof van beroep deed tegelijk wel uitspraak in de zaak van Quentin Dujardin, een artiest die aanklaagt dat hij geen culturele evenementen mag organiseren voor eenzelfde groep mensen die wel aanwezig zouden mogen zijn bij een eredienst. Volgens het hof is dit een discriminatie, meldt de Liga voor Mensenrechten. "Ook het recht op cultuur moet gerespecteerd worden binnen de grenzen van de coronamaatregelen. Dit betekent duidelijk dat de cultuursector moet kunnen blijven functioneren met inachtneming van de maatregelen." Het toont volgens de liga ook aan dat een sectorale aanpak niet veel zin heeft, maar dat rekening moet gehouden worden met de omstandigheden waarin activiteiten georganiseerd kunnen worden.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.