Hoe verhoudt het artseninkomen zich tot het gemiddelde inkomen? (Rapport)

We meldden al dat Het Partnership for Health System Sustainability and Resilience (PHSSR)  in Brussel een rapport voorstelde. Daarin 70 concrete aanbevelingen om de Belgische gezondheidszorg duurzamer en veerkrachtiger te maken. Enkele specifieke huisartsen- en specialistengegevens lichten we eruit, onder meer de verhouding van het gemiddelde (huis)artsenhonorarium met dat van het gemiddelde Belgische inkomen.
De Universiteit van Gent, met onder meer Prof. Lieven Annemans, voerde het onderzoek uit. Zo stond in 2019 volgens Oeso-cijfers de verhouding van de gemiddelde verloning voor zelfstandige huisartsen op een factor 2.5, voor specialisten in loondienst op 2.5 en voor zelfstandige specialisten op 5.6. Belangrijke opmerking: dit cijfer is een overschatting omdat praktijkkosten zijn meegerekend (zie tabel).

Gemiddeld brutoloon (2019) Jaarinkomen (€) Inkomensveelvoud van gemiddeld loon
Zelfstandige huisartsen 117.110 2,49
Zelfstandige specialisten 266.243 5,67
Bezoldigde ziekenhuisverpleegkundigen 69.537 1,48
Gemiddeld jaarloon 46.948 -

Tussen 2010 en 2019 steeg de verloning in reële termen met 1,3% voor zelfstandige huisartsen en daalde ze met 0,5% voor zelfstandige specialisten. 

Om het beroep van huisarts aantrekkelijker te maken, werden in het hele land diverse stimulansen ingevoerd, zoals renteloze leningen, een praktijkvergoeding en extra budget voor administratieve hulp en medisch secretaresses. Ondanks deze inspanningen blijft de vooruitgang traag en is het aandeel van de afgestudeerde artsen die twee jaar na het diploma huisarts worden (in % van alle medische specialismen) gestegen van 25% in 2010 tot 31% in 2016, wat lager is dan de doelstelling van 40% die door de Planningscommissie was vooropgesteld. Tussen 2021 en 2026 zal het absolute aantal huisartsen naar verwachting met 3% toenemen.

Uitgaande van de veronderstelling dat meer vrouwen dan mannen huisarts zullen worden en dat hun aandeel in de actieve tijd gemiddeld lager is, wordt echter verwacht dat het aantal voltijdsequivalente huisartsen in deze periode licht zal dalen.

Sommige plaatsen in België zijn gedefinieerd als prioritaire zones wegens  een tekort aan huisartsen. Vlaanderen telde 227 prioritaire zones in 2019 (op 300 gemeenten), Brussel 33 op 145 zones in 2017 en Wallonië 150 op  253 zones in 2019. 

Medische huizen of wijkgezondheidscentra met een capitatiegebaseerde vergoeding nemen geleidelijk aan toe in aantal: van 53 centra in 2003 tot  160 centra in 2016.

Sinds de lancering van MyCareNet, het digitaal platform dat patiënten, zorgverleners en ziekenfondsen met elkaar verbindt, is het percentage huisartsen dat elektronische Globale Medische Dossiers (gmd) gebruikt, gestegen van 16% in het eerste semester van 2016 tot 58% in het derde trimester van 2018. Het percentage personen dat een gmd heeft bij een huisarts bedroeg 67,5% in 2016, met een hogere dekking bij oudere personen en personen die in Vlaanderen wonen (76,4%) in vergelijking met die in Wallonië (57,1%) of Brussel (49,3%).

> Het volledige rapport vindt u hier.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.