Inspectie Riziv wil eerder 'sensibiliseren' dan controleren

Die impuls geeft de Dienst voor Medische Evaluatie en Controle (DGEC) van het Riziv, blijkt uit het onlangs gepubliceerde jaarverslag voor 2021. De nadruk ligt op een geïntegreerde aanpak van de acties van de dienst om het voorschrijf- en attestgedrag van voorschrijvers positief te beïnvloeden. Volgens Erik Rossignol, woordvoerder DGEC, overtuigen de resultaten.

Sinds enkele jaren", zegt Erik Rossignol, hoofd van de communicatiedirectie DGEC, "proberen wij onze geïntegreerde aanpak te verdiepen, ook al is het noodzakelijke aantal sociale inspecteurs nog niet bereikt. Bovendien -en ondanks de COVID-crisis en alle gevolgen daarvan die onze activiteit bemoeilijken- zijn wij erin geslaagd onze impact te handhaven. En we hebben gewerkt aan een sterkere integratie van analyse, preventie en controle. Het was tijd om na te denken over onze werkwijze en de aanzet werd gegeven tot geïntegreerde acties en bewustmaking."

Koerswijziging al even aan de gang

In het meer dan zestig bladzijden tellende rapport staat dat de prioriteit de sociaal inspecteurs allang niet meer de vastlegging van overtredingen in een proces-verbaal is. De DGEC komt tot de onverwachte conclusie dat het gedeelde elektronische patiëntendossier geen grote invloed had op het totale verbruik van bloedonderzoeken en medische beeldvorming.

Bij de geïnformatiseerde huisartsen ligt het verbruik van bloedtests iets lager dan bij de niet-geïnformatiseerde huisartsen. Een andere bevinding van de onderzochte steekproef was dat de helft van de verzekerden elk jaar een bloedonderzoek en/of medische beeldvorming onderging.

In het rapport wordt de vraag opgeworpen wat dat betekent. Het besluit dat er meer gegevens beschikbaar moeten zijn, zowel over individuele zorgverleners als over individuele verzekerden, om een nauwkeuriger beeld te krijgen van onnodige herhalingen van technische onderzoeken.

Bewustwording heeft meer effect dan controle

Het rapport belicht ook, aldus Erik Rossignol, de inspanningen van de DGEC om verschillende groepen zorgverleners te sensibiliseren. De geïntegreerde acties die in 2021 in dat verband werden uitgevoerd, sloegen op het voorschrijven van elektronenmicroscopie, de supplementen voor dringende prestaties, de verplichting om farmaceutische specialiteiten elektronisch voor te schrijven, de terugbetalingsvoorwaarden van monoklonale antilichamen bij ernstige astma, de handel in Lyrica en de facturatie van spoedhonoraria.

Wat bijvoorbeeld de elektronenmicroscopie betreft: daaruit blijkt dat 570 artsen samen 1.726 keer elektronenmicroscopie voorschreven. De meerderheid (61%) beperkte zich tot één voorschrift. Slechts 12 artsen schreven minstens 15 keer elektronenmicroscopie voor. De 3 grootste voorschrijvers namen samen 461 aanvragen voor dat onderzoek voor hun rekening, of 27% van alle aanvragen.

"We hebben naar die 3 grootste voorschrijvers een sensibiliseringsbrief geschreven om hen te informeren over de meest recente wetenschappelijke ontdekkingen over het Ehlers-Danlos syndroom (EDS)."

Slechts één voorschrijver reageerde op de brief. Hij wees erop dat verschillende collega's patiënten naar hem doorverwijzen om de diagnose van hypermobiele EDS aan de hand van de elektronenmicroscopie te bevestigen, door zijn bekendheid in dat domein. Hij meent dat dit onderzoek het enige is waarmee de diagnose van hypermobiele EDS objectief kan worden gesteld en dat zo wordt vermeden dat de patiënt die lijdt, een medische zoektocht moet afleggen.

Het aantal reacties op deze brieven varieerde uiteraard naar gelang het vakgebied en het onderwerp, en de DGEC reageerde daarop verder door mogelijke oplossingen voor de gestelde problemen te opperen.  

Een goed voorbeeld van de doeltreffendheid van geïntegreerde acties, aldus Erik Rossignol, is dat van de cholangio-pancreatoscopie. Toegegeven, het gaat hier om interne geneeskunde en geen huisartsgeneeskunde, maar het is bijzonder illustratief. Na een verkennend onderzoek om het probleem duidelijk in kaart te brengen, werden verschillende contacten gelegd en werden de prestaties onderzocht. Een nieuwe nomenclatuur en een interpretatieregel werden voorgesteld aan de werkgroep Interne geneeskunde van de MTC, en de betrokken ziekenhuizen kregen een bewustmakingsbrief. Met informatie over de correcte toepassing van de nieuwe nomenclatuur. Ze werden verzocht om de ten onrechte via de verzekeraars gefactureerde diensten te regulariseren.

De financiële gevolgen waren aanzienlijk, aldus het rapport, met een zeer hoog aandeel spontane regularisaties (1.831.656 euro) in vergelijking met gedwongen invorderingen (281.534 euro). Hieruit blijkt duidelijk, besluit Erik Rossignol, dat bewustmaking en betere regelgeving meer effect kunnen sorteren dan controle of repressie. Dat laatste is echter soms noodzakelijk, vooral wanneer het om fraude gaat.

Controles zo goed als status quo

Wat handhavingsacties betreft, sloot de DGEC in 2021 405 acties af. Dat is een lichte daling ten opzichte van de voorgaande jaren, maar het gerecupereerde bedrag is min of meer gelijk gebleven: iets meer dan 11 miljoen euro.

> DGEC-jaarverslag

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.