Supplementen blijven veel hoger in Brusselse en Waalse ziekenhuizen (VNZ)

Ereloonsupplementen blijven veel hoger in Brusselse en Waalse ziekenhuizen dan in Vlaamse. Universitaire ziekenhuizen scoren doorgaans ook hoger dan algemene. Dat blijkt uit cijfers van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ) die Trends publiceerde.

Over het nut van ereloonsupplementen zijn al vele boompjes opgezet en ongetwijfeld zal dat het geval blijven in het debat over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering. Ook nu weer stelde het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ) aanzienlijke divergenties vast bij een recent onderzoek in januari 2023 waarover Trends bericht. Op zich geen nieuw gegeven. Maar dat de verschillen zo sterk uiteenlopen volgens de regio, blijft verbazen.
Volgens VNZ-voorzitter Jürgen Constandt, voorzitter van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ), is de verklaring nochtans eenvoudig. “Er zijn gemiddeld een derde meer Waalse en Brusselse artsen per inwoner dan in Vlaanderen. Om hun lonen te kunnen betalen, krijgen de patiënten een hogere factuur in de bus.”

In 52 Vlaamse ziekenhuizen betaalt een patiënt aan de artsen en kinesitherapeuten gemiddeld 153% meer als hij opteert voor een eenpersoonskamer. Drie Vlaamse ziekenhuizen rekenen een supplement van maximaal 100% aan: Brugge, Tielt en Roeselare. In 12 gevallen bedragen de meerkosten tussen 120 en 135% en in 27 ziekenhuizen betaalt men tussen 150 en 175%. Tien ziekenhuizen, vaak Vlaamse universitaire instellingen, vragen tot 200% extra, geeft Trends nog mee.

In Wallonië bedraagt het gemiddelde ereloonsupplement 212%. Daar rekent één ziekenhuis maximaal 100%  ereloonsupplement aan (Moeskroen) en één blijft onder de 200% supplement.  De overige 26 instellingen vragen minstens 200% en bij drie betaalt de patiënt tot 300% extra.

Brussel koploper

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is met een gemiddeld ereloonsupplement van 270% de koploper in ons land. Een tarief van 300%, of viermaal het afgesproken Riziv-tarief, is de standaard in 8 van de 11 Brusselse instellingen.

Constandt signaleert meteen een competitief voordeel voor zijn ziekenfonds van wie de leden zich zo goed als volledig in Vlaanderen bevinden: “Omdat onze hospitalisatieverzekering in Vlaanderen minder moet tussenbeide komen voor de hogere facturen, kunnen we ook een betere prijs-kwaliteitsverhouding aanbieden. Bij de nationale verzekeringsmaatschappijen en ziekenfondsen betalen de Vlaamse leden mee aan de Waalse en Brusselse ziekenhuizen en artsen.”

Hij blijft evenwel ook kritisch voor Vlaanderen omdat ook daar de supplementen de jongste tijd flink zijn gestegen wat hij niet objectief kan verklaren. Constandt heeft begrip voor het feit dat ziekenhuizen kampen met onderfinanciering en toenemende kosten voor personeel en materiaal, maar waarom het ene ziekenhuis rondkomt met 100% supplement terwijl het andere het dubbele factureert? Ook daar is het zoeken naar een objectieve verklaring.

Het staat de patiënt uiteraard vrij om die supplementen te ontwijken door te kiezen voor een twee- of meerpersoonskamer, zeker bij een ingreep in dagziekenhuis. 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.