De 38 voornaamste aandoeningen in België leidden in 2020 tot een verlies van 2,5 miljoen gezonde levensjaren. De voornaamste oorzaak was covid-19. Dat blijkt uit de nieuwe nationale ziektelaststudie van Sciensano. België scoort het op een na slechtste in een vergelijking met dertien andere EU-landen.

De "ziektelast" meet het verschil tussen de toestand indien iedereen zijn hele leven lang perfect gezond zou zijn en de realiteit. Het stelt met andere woorden vast hoeveel gezonde levensjaren we verliezen door ziekte, een beperking of vroegtijdig overlijden.

Over het algemeen was vroegtijdige sterfte (57 procent) vaker de oorzaak van verloren gezonde levensjaren dan verminderde levenskwaliteit (43 procent). De aandoeningen die het meest bijdroegen aan het verlies van gezonde levensjaren waren: covid-19 (11 procent), depressie (7 procent), longkanker (6 procent), ischemische hartziekte (6 procent) en lage rugpijn (6 procent).

De ziektelast lag hoger bij mannen, met 25.357 verloren gezonde levensjaren per 100.000. Bij vrouwen lag dat cijfer op 18.815 per 100.000. Bij beide geslachten was covid-19 de belangrijkste aandoening.

Het leeuwendeel van de ziektelast werd gedragen door de oudere bevolking. Meer dan de helft is namelijk toe te schrijven aan de 65-plussers.

Als de verloren gezonde levensjaren worden uitgesplitst per gewest, dan staat het Waals Gewest met 26.224 op 100.000 op 1, daarna volgen het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (25.013 per 100.000) en het Vlaams Gewest (19.016 per 100.000).

In vergelijking met dertien andere EU-landen op basis van cijfers van 2019 scoort België het op een na slechtst. Enkel Griekenland doet het nog iets slechter. In 2018 was ons land nog de slechtste leerling van de klas.