Fysische Geneeskunde en Revalidatie, onbekend = onbemind?

De discipline Fysische Geneeskunde en Revalidatie (FGR) is niet bij iedereen voldoende bekend, laat staan de benaming. De rol van de specialist FGR is dubbel, schrijven de vertegenwoordigers van de FGR-koepel.

Enerzijds is hij/zij specialist in musculoskeletale pathologie. De specialist FGR beschikt over een uitgebreid diagnostisch arsenaal. Hij/zij heeft een uitgebreide biomechanische kennis en beheerst tevens multipele behandelingsmogelijkheden voor zowel acute als chronische musculoskeletale pathologie.

Anderzijds coördineert de specialist FGR diverse multidisciplinaire revalidatietrajecten gaande van intensieve zorg, major trauma over hersenletsels tot bijvoorbeeld oncologie. Vanuit hun opleiding en achtergrond beschikken ze over een brede knowhow zowel diagnostisch,  technisch als coördinerend in de benadering van musculoskeletale en revalidatiepathologie.

Verwarring

De naam van de discipline FGR roept soms verwarring op, met de terugkerende vraag naar de kerninhoud, zowel door de collega’s als de patiënten. ‘De fysiotherapeut’, ‘de fysio’ zijn terugkerende ‘roepnamen’. Ze leiden evenwel tot een inhoudelijke verwarring met de ‘kinesitherapeut’ bij de noorderburen.

De term ‘fysische’ is historisch gezien af te leiden van het gebruik van ‘fysische agentia ‘ zoals elektrotherapie, ultrageluid, hydrotherapie, lichttherapie, bewegingstherapie.

Door de jaren heen is er een shift gebeurd van het gebruik van ‘fysische middelen’ naar ‘actieve beweging’, een shift van ‘passieve ‘ therapieën naar ‘actieve’ behandelingsmethoden. In het luik ‘revalidatie’ streeft men dan eerder naar een optimalisatie van het functioneel herstel bij de patiënt en zijn sociale re-integratie .

Een betere benaming is dus FRG , Fysische en Revalidatie Geneeskunde, ipv. FGR.

Core business

De ‘core business’ van de arts FGR is dus fysische geneeskunde, revalidatie geneeskunde en ook vaak sportgeneeskunde.

Vanuit een holistische visie van de patiënt worden in de fysische geneeskunde musculoskeletale aandoeningen gediagnosticeerd en behandeld in de ruimste zin van het woord. Hiervoor wordt gesteund op een brede kennis van de biomechaniek. Naast het klinisch neurologisch en orthopedisch onderzoek kan ook een segmenteel functioneel onderzoek uitgevoerd worden. Zo nodig kunnen technische onderzoekingen zoals electrofysiologische onderzoekingen (EMG, SSEP, CMEP…) en echografieën de diagnostiek optimaliseren. De nieuwste generaties echografen blijken steeds performanter en spelen een belangrijke rol in de uitbouw van interventionele fysische geneeskunde, zoals echogeleide infiltraties.  

Door een grote praktijkvariabiliteit in de behandeling van wervelkolompathologie worden er spine units opgericht waarin de arts FGR vaak een belangrijke coördinerende rol speelt.

Zo is hij ook betrokken bij de opmaak en uitwerking van conceptuele modellen m.b.t. diverse musculoskeletale aandoeningen zoals o.a. osteoporose, …   

Het luik sportgeneeskunde omvat naast preventief sportmedisch advies ook diagnosestelling en de behandeling van sport gerelateerde problemen (zowel acute letsels als overbelastingsletsels). De discipline FGR beschikt hiervoor naast de klassieke diagnostische tools over uitgebreide testbatterijen, waaronder isokinetische testing, drukmeting, en ganganalyse. Ook inspanningstesten kunnen uitgevoerd worden.

De revalidatiegeneeskunde legt dan binnen de gezondheidzorg het accent niet zozeer op het stellen van een diagnose maar eerder op een multidisciplinair, doelgericht en zinvol actief proces, om een zo hoog mogelijk niveau van onafhankelijkheid en functioneren te bereiken en te behouden bij patiënten met een beperking en dit in interactie met de persoonlijke en omgevingsfactoren . 

We doen hierbij een beroep op het biopsychosociaal model. Om het functioneren van de patiënt weer te geven wordt het ICF-model (International Classification of Functioning – model) gebruikt.

Sterktes

De sterktes van ons specialisme zijn de multi-en interdisciplinaire samenwerking waarbij de arts FGR een coördinerende en sturende rol vervult. Hij/ Zij stuurt het revalidatieteam aan, waarbij naargelang de noden van de patiënt  ergotherapeuten, kinesitherapeuten, logopedisten, psychologen, diëtisten, maatschappelijk werkers, technische orthopedisten….  ingezet worden, met feedback naar familie en huisarts. 

Aansluitend hierop kan een liaisonfunctie in de nabije toekomst een belangrijke uitbreiding van het takenpakket vormen om zo te streven naar een gestroomlijnd revalidatiebeleid. Dit revalidatiebeleid is gebaseerd op een getrapte organisatie en kan binnen een netwerk toegepast worden met als criteria ‘zorg op de juist plaats’, ‘op het juiste moment’ en ‘door de juiste zorgverleners’.  

De hospitalisatie van de reva-patiënten gebeurt op een Sp-dienst (gespecialiseerde revalidatiedienst ) die geïntegreerd is in een algemeen of universitair ziekenhuis ofwel op een geïsoleerde Sp-dienst in de revalidatieziekenhuizen.

Bedreigingen

Beleidsmatig kan er een bedreiging ontstaan, dit door een gebrek aan afstemming tussen de Vlaamse en de Federale overheid m.b.t. een uniform revalidatiebeleid. Vanuit de Vlaamse overheid zal er beroep gedaan worden op een inschaling via een BelRAI revalidatie module, gekoppeld aan een zorggebonden financiering via een ‘zorgticket’. Dit zou enkel geldig zijn voor de revalidatieziekenhuizen en revalidatievoorzieningen die door de zesde staatshervorming overgeheveld zijn tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap.

Een revalidatie met twee snelheden dreigt te ontstaan .   

Een andere bedreiging omvat de historisch te lage verpleegkundige bestaffing op de reva-afdelingen, dit door een sterk toenemende zorgzwaarte van de patiënten .

Een KCE – studie m.b.t. ‘verpleegkundige bestaffing voor een veilige zorg’ toonde een verontrustende patiënt-per-verpleegkundige ratio voor de revalidatie. Deze grote werkdruk leidt tot toename van burn-out en verlies aan expertise en dus kwaliteit voor de patiënt door het afhaken van goed opgeleid personeel .

Essentiële bouwsteen

De revalidatie vormt nochtans een essentiële bouwsteen van de toekomstige gezondheidszorg waarbij de kost van ‘inaction’ groter is dan de kost van ‘action’ voor patiënt en omgeving, hierbij verwijzend naar internationale gezondheidseconomische studies. 

Toch gaan de revalidatiediensten gebukt onder een zware financiële last, dit door steeds toenemende revalidatie zorgzwaarte enerzijds en oplopende directe en indirecte kosten anderzijds, met als gevolg een verloop en verlies aan kwalitatief goed opgeleide revalidatieartsen richting private consultaties of enkel poliklinische activiteit.

‘A cry for help’ werd gelukkig opgepikt door de beleidsverantwoordelijken van de gezondheidszorg en genotuleerd in het Nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen 2020 met melding dat de input van bijkomende financiële middelen voor fysische geneeskunde en revalidatie als urgent moeten beschouwd worden. Een ad hoc commissie binnen de Technische Geneeskundige Raad is opgericht voor de verdere uitwerking.

Kenmerkend voor de artsen FGR is hun aanpassingsvermogen, wendbaarheid en flexibiliteit.

Dit mag blijken uit de recente aanpak van het revalidatiebeleid m.b.t. de covid-19-patiënten. Meer dan ooit doet de huidige coronacrisis binnen de discipline FGR de collega’s beseffen dat samenwerken noodzakelijk is. Dat leidt niet alleen tot een uniformer maar ook tot een kwalitatief beter revalidatiebeleid. Daarbij vormt de FGR-koepel een unieke vorm van samenwerking tussen de beroepsvereniging (VBS-FGR), de mono-gespecialiseerde raad (BVAS-FGR) en de wetenschappelijke vereniging ( KBVFGR). De FGR-koepel organiseert om de 2 weken videoconferences en stelde samen een draaiboek op voor deze coronaperiode:

van IZ, naar de covid – afdeling, naar de SP – afdeling, naar huis.

De complexe multi- en interdisciplinaire revalidatie van de covid-19 patiënt, de opgelegde beleidsmaatregelen met respect voor social distancing, de opsplitsing tussen ambulante en gehospitaliseerde patiënten, heeft geleid tot een drastische reorganisatie van de revalidatiezalen en de introductie van telecommunicatie en telerevalidatie.

Het gebruik van mhealth applicaties moet in de toekomst zeker verder uitgewerkt worden .

Door de betrokkenheid in diverse domeinen is er een groeiende interesse voor deze discipline bij de jonge collega’s, waarin het team belangrijker is dan het individu en de patiënt steeds centraal staat.

Voor de FGR -koepel :

Jan De Neve – voorzitter beroepsvereniging VBS-FGR

Gaetane Stassijns – voorzitter wetenschappelijke vereniging KBVFGR

Patrick Linden – voorzitter raad FGR-Bvas en coördinator

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.